header image

God is love

Posted by: | 18 May 2011 | 519 Comments |

“God loved us first, so let’s keep it simple”

God is love

Leonard Knight. God is love. Salvation Mountain. Slab City. Korte samenvatting! Ik heb 1 avontuur en 1 man ontmoet die tot nu toe alle andere avonturen overstijgt. Wat ik voor de rest heb gedaan de afgelopen weken valt daarbij in het niet. Ik wil jullie het verhaal van Leonard “God is love” Knight vertellen.

Als kind werd Leonard gepest. Hij was anders. Hij was gek, dachten ze. In zijn familie en op school werd hij niet geaccepteerd. Doordat hij anders was, was hij veroordeeld tot een zwerversbestaan. Een arm zwerversbestaan. Totdat hij Jezus leerde kennen. Zijn hart werd gevuld met 1 boodschap, en 1 passie: God is love.

Nadat hij God leerde kennen als liefde, wilde hij niets anders dan dit bekend maken aan andere mensen. Nog steeds net zo arm als voorheen, geen geld, geen huis, geen stuk grond, ging hij naar een verlaten militaire basis en zag een hele hoop kapotte parachutes liggen. Leonard had een idee. Als ik nu alle parachutes aan elkaar knoop, kan ik een luchtballon maken. Hoe hij aan de motor kwam weet ik niet, maar het lukte Leonard om de luchtballon met uiteraard de tekst “God is love” erop, op te laten stijgen.

Leonard en ik!

Helaas duurde dit avontuur niet lang, want niet veel verder stortte de luchtballon neer. Motor kapot. En Leonard was geen mecanicien dus kon het niet meer aan de praat krijgen. Hij landde vlakbij Slab City, een soort trailerpark in de woestijn van California. Arme, voornamelijk blanke mensen leven hier van aangewaaide kleren, goedkope caravans en met het minimum om te overleven. Maar Leonard gaf niet op.

Op de plek waar zijn luchtballon was neergestort, kreeg hij een nieuw idee. Een berg, een heuvel. Salvation Mountain was geboren. Gepassioneerd ging hij elke dag aan het werk om zijn passie waar te maken: God is love bekendmaken aan zoveel mogelijk mensen. Met veel verf, kwasten en hulp van sommige andere mensen ging hij aan de slag.
Maar ook dit avontuur duurde niet lang. Salvation Mountain nummer 1 zakte of in elkaar, of is neergehaald. (welke van de 2 weet ik niet) Hij kreeg politieke, lokale en natuurbeschermers tegen zich. De verf is giftig, het is niet zijn eigen stuk land, moeilijk moeilijk. Leonard had de gezaghebbers tegen zich, maar de mensen van Slab City niet. De inwoners van Slab City beschermden Leonard en gaven de zaak publiciteit. De gezaghebbers gingen toen anders praten. Salvation Mountain nummer 2 was geboren en bestaat nog steeds!

Miniatuurversie Salvation MountainEn wat een eer om met deze (nu 79-jarige) man te praten! Ik heb een paar uur bij hem mogen zitten, gepraat over het verhaal, en een interview met een cameraman mogen meemaken. Deze cameraman wil dit verhaal verfilmen. En tijdens het interview met Leonard, kwam na 2 of 3 zinnen telkens terug: God is love. Leonard wil en kan niets anders dan verhalen en getuigen van Gods liefde.

Deze man heeft door zijn eenvoud gewoon de kern te pakken. Niemand kan hier wat tegen in brengen. Deze simpele, maar krachtige boodschap die mijn leven verandert heeft, die mijn leven een andere richting heeft gegeven, die mij van dood naar leven heeft gebracht wil ik samen met Leonard blijven verkondigen:
God houdt van jou!! (en ik hou ook van jou)

Salvation Mountain

under: Reisverhalen

Alaska Alaska

Posted by: | 8 May 2011 | 141 Comments |

 Adembenemend

“Uw werken zijn verbazingwekkend,
schoonheid die de schepping vult.
onuitsprekelijk is de grootsheid
waarmee U zich heeft omhuld.
Ondoorgrond´lijk zijn uw wegen,
onvoorstelbaar is Uw macht.
Uw gedachten zijn ongrijpbaar,
ontzagwekkend is Uw kracht.

U bent adembenemend eindeloos mooi,
overstijgt wat een mens
ooit heeft gezien, gehoord bedacht.
U bent meer dan bijzonder,
buitengewoon.
Niets is vergelijkbaar
met uw majesteit en pracht.”

Alaska. Ik heb er bijna geen woorden voor wat ik hier allemaal meegemaakt heb, ontvangen heb en hoe ruig het land hier is. Het is indrukwekkend, adembenemend, intimiderend, ruig, groots, mooi. Woorden schieten tekort. Het is een buitengewoon bijzonder stuk aarde. En de mensen des te meer!

Solo traveler

Na Hawai met 30 graden Celsius was de overgang naar 8 graden Celsius in Anchorage wel even wennen. Gelukkig had ik natuurlijk genoeg warme kleren bij me om me op te warmen. Vanuit Anchorage is het eerste wat opvalt het uitzicht. Geheel omringd door witte toppen ligt eigenlijk een groot dorp. Het is een beetje een rare ‘stad’. Er lopen haast geen mensen (in ieder geval in de 3 dagen dat ik er geweest ben), bijna iedereen rijdt met de auto. Grote 4WD auto’s. Want klein kennen ze niet in Alaska. De straten zijn leeg, hier en daar wat daklozen en het weer was er op het moment dat ik er was een beetje grauw.

Gletsjers bedolven onder sneeuw

Welkom in Alaska!

Het hostel waar ik mijn jetlag en vliegveldnachten ging uitslapen vond ik nogal raar. Of laten we het zo zeggen, het heette Alaska Backpackers Inn, maar ik heb maar 1 andere ‘backpacker’ gezien. De rest waren mensen die werk zochten, dronken waren of gewoon rondliepen. Ik was de jongste. De eerste nacht ben ik 2 keer wakker geworden door een dronkelap die ‘s nachts al boerend, lallend en strompelend zijn bed inplofte. Om vervolgens te horen hoe hij zijn maaginhoud loosde in 1 van de WC’s nabij. Welkom in Alaska!

Moose x-ing

Gelukkig was deze man de volgende dag weg en kon ik nog 3 nachten rustig slapen. Na 1 dag kwam ik de andere backpacker tegen, Giuseppe, een Italiaan die een weekje Alaska deed en vooral veel in Canada was (en is). Hij was wel in voor wat avontuur en ik ook. Want stilzitten is er natuurlijk niet bij in Alaska! Het is het land van avonturen. We hebben de volgende dag samen een auto gehuurd en we zijn ongeveer 200km naar het zuiden gereden, naar het plaatsje Seward. Seward is de plaats waar de wereldberoemde “Iditarod-race” begint en waar men ieder jaar Mt Marathon beklimt. Twee bizarre ondernemingen, maar dat is in Alaska niet ongewoon. Iditarod is een hondenslee-race van meer dan 1500km van Seward naar het plaatsje Nome. Het is een race die door of over bevroren rivieren, bergtoppen van 2000m, bossen, tundra en winderige kustlijnen voert. Mt Marathon is de andere onderneming voor helden in Alaska. Een bijna verticale berg oprennen voor ongeveer 4km en via dezelfde weg weer terug.

Met Giuseppe

Goed, deze avonturiersgeest waart door heel Alaska, want ik ben alleen maar verhalen, avonturen en ondernemingen tegen gekomen waar ik alleen maar respect voor kan hebben. In de woorden van een van de mensen die ik gesproken heb “Just don’t limit yourself”.

Blijdschap op de fiets 🙂

Verder hebben we onderweg een paar kleine dorpjes aangedaan, plus een korte hike naar een gletsjer.

Deze korte hike naar de gletsjer werd wat langer doordat we lekker sneeuw mochten happen, maar ook een reusachtige lawine mochten meemaken van dichtbij. Wat een geluid! Ik heb nog nooit zoiets machtigs gezien denk ik. In de auto hebben we kunnen genieten van het uitzicht. En ik was erg blij dat hij reed, want daardoor kon ik genieten van de tundra, de talloze gletsjers en de majestueuze bergtoppen.

Na deze boeiende dag hebben we gelijk plannen gemaakt voor de volgende dag. De Bird Rigde trail. Een mooie berg aan de “turnagain arm”, een soort van fjord die het land binnendringt. We zijn er naartoe gefietst, de berg opgewandelt en weer terug gefietst. Een hele mooie dag!

Na deze avonturen met de Italiaan, ging ik Anchorage verlaten. Op naar het noorden. Eerst naar Palmer, en daarna naar Denali, het nationale park. In Palmer wilde ik een andere berg beklimmen en in Denali voor een paar dagen in het wild leven. Maar er was Iemand met andere plannen.

Mijn eerste avontuur vlakbij het plaatsje Palmer (ongeveer 60km van Anchorage), was behoorlijk spannend. Alleen in de natuur slapen, alleen de berg op lopen, alleen de kou aanvallen. Na Nieuw-Zeeland, Australie en Hawai was en ben ik wel wat gewend met alleen op pad gaan. Maar, Alaska is een ander verhaal. Ik heb me hier behoorlijk alleen gevoeld en overweldigd door de natuur. Het is zo ruig, zo groots en voor mij daardoor best intimiderend. En dat is het aantrekkelijke, maar tegelijkertijd afschrikwekkende aan Alaska.

Op de achtergrond de "Knik Glacier"

Welkom in Alaska!

Deze hike heb ik uiteindelijk na behoorlijk wat ploeteren in 1m hoge sneeuw met een tevreden gevoel afgesloten. Op naar Palmer, voor een douche en een was. En in Palmer wachtte een aangename verrassing.

Toen ik namelijk de douche en was gedaan had liep ik een boekwinkel in en kwam een mevrouw tegen die haar boek promootte. Een christen, die me tot mijn grote verbazing zomaar een slaapplek aanbood. Bij een oude mevrouw, die als een moeder voor me zorgde. Want na het avontuur buiten in de kou en de avonturen in Anchorage was ik behoorlijk vermoeid en had ik een lichte koorts op gelopen. Ze kwam als geroepen! Ik ben volgestopt met vitamine c, veel voedsel, een warme slaapplek en een warme familie in de kerk waar zij naartoe ging.

De vrouw heet Lila en was een weduwe van ruim 60 jaar. Erg bijzonder dat ze mij in huis nam en ze was erg actief in de kerk waar ze naartoe ging. In de tijd dat ik een beetje aan het uitzieken was liep zij van gebedsbijeenkomst naar gebedsbijeenkomst. En tussen al deze bijeenkomsten nam ze ruim de tijd om mij te voorzien van alles (eigenlijk meer) dan ik nodig had. We hebben in deze korte tijd een bijzondere band opgebouwd en veel gebeden. In die paar dagen voelde ik me al helemaal thuis en toen ik doorging naar Denali was het dan ook even moeilijk om afscheid te nemen. Ik ben God erg dankbaar voor zulke mensen, die me vaak een (kort) thuis hebben gegeven en wie weet een plek om ooit nog naar terug te gaan. God zorgt erg goed voor me door alle toffe mensen heen!

Mooi he?

Het liften hier ging en gaat erg goed. Het komt veel vaker voor dat mensen hier liften. En, er zijn een hoop avonturiers hier die zelf ooit gelift hebben en je dus sneller meenemen. Er zijn weinig originele Alaska mensen (ja, de Inuit, soort eskimo’s, maar dat is niet echt netjes ze zo te noemen). Veel mensen uit de ‘lower 48’ (dat is het vasteland van Amerika) die hier in alle rust willen leven, avontuur zoeken of gewoon zijn blijven hangen. En seizoenswerkers, want alles is hier in de winter dicht.

Met broeders en zusters op pad 🙂

Vooral rond het park Denali, wat mijn volgende bestemming was. Dit park bruist van het dierenleven met beren, wolven, caribou, elanden, rendieren, vossen, coyote’s, noem het maar op. Alle beesten die in de tundra kunnen overleven. Maar, ik was er eigenlijk net te vroeg. Veel beesten zitten nog in hun winterslaap. Begin mei is het grootste gedeelte van het park nog bedekt met sneeuw en eind mei, begin juni begint alles te bewegen hier. Hierdoor heb ik helaas geen beer gezien!

Doordat ik dus ziek was geworden heb ik niet het wilde natuurleven voor een paar dagen kunnen beleven. Maar ik heb van een ranger in het park een gratis rit + slaapplek aangeboden gekregen. De zegeningen stapelen zich op zullen we maar zeggen! Ik heb 3 dagen kunnen genieten van het park, en gezien hoe verraderlijk het weer hier is. Zo hadden we woensdag sneeuw met (logisch) temperaturen rond het vriespunt. 1 dag erna was het 15 graden met een lekker lentezonnetje. En op die dag kon ik gelukkig gaan lopen en alsnog genieten!

Met "oma" Lila!

Op dit moment ben ik in Fairbanks, een soortgelijke stad als Anchorage (groot, leeg, veel auto’s) maar zonder de mooie vergezichten. Ik wacht op mijn vlucht naar Barrow, het meest noordelijke puntje van het vasteland van Amerika. Waar de winter nog steeds heerst.

Mijn conclusie na 2 weken Alaska (met Gode zij dank nog 1 week te gaan!): ik wil hier terug!

Tot over 4 weken, dan ben ik weer terug in Nederland!

Gegroet,

Jelle.

“Toch bent U niet onbereikbaar;
door Uw Geest woont U in mij.
U bent alomtegenwoordig:
overal altijd nabij.”

Op de top van de Bird Ridge

under: Reisverhalen

Aloha!

Posted by: | 26 April 2011 | 10 Comments |
Aloha! 

Hawai'i

“Daarom zeg ik jullie: maak je geen zorgen over jezelf en over wat je zult eten of drinken, noch over je lichaam en over wat je zult aantrekken. Is het leven niet meer dan voedsel en het lichaam niet meer dan kleding?” 

Mattheus 6:25 

Na het opwekkende laatste bush-bushavontuur van Australie was het tijd voor Hawai. Ik had of heb een beetje veel plannen dus moest echt veel regelen. 4 dagen het grote eiland, 3 dagen Honolulu, daarna 1 dag en 1 nacht 

Loco-moco

 Los Angeles en daarna naar Alaska. Dus was bijna ‘druk’ en ging me bijna nog zorgen maken. Waar slaap ik? Hoe kom ik daar? Welke tijd kom ik daar? Hoe regel ik vervoer? Of niet. En met al het vliegen door tijdsverschillen en de datumgrens werd mijn helderheid ook niet bevorderd. Zo was 16 april 2011 mijn langste dag ooit, ik heb 44 uur in 16 april geleefd. Van Sydney naar Honolulu vlieg je door de datumgrens en vlieg je als het ware 20 uur terug in de tijd. En met 10 uur vliegtijd kom je op dezelfde dag ‘s morgens vroeg aan, terwijl je in Sydney ‘s avonds bent vetrokken. Nogal verwarrend dus. 

Kameleon

Maar het ging redelijk, ik had een goede nacht gemaakt in Hilo, het grote eiland. Dat is dus het grootste eiland van alle Hawai-eilanden met een enorm hoge vulkaan die het leven daar bepaalt. Hilo zit net aan de loefzijde van deze vulkaan waardoor het er zo goed als elke dag regent. En aan de andere kant is het droog! Maar ik werd hartelijk begroet door de Hawaiaanen (schrijf ik dat goed?) met “Aloha!”. Een term die zowel een groet inhoud als liefde en vrede. Soort shalom. En deze Aloha mocht ik al helemaal ervaren op mijn 1e dag in Hawai, in de kerk in Hilo. 

Ezechiel 4:9 brood 🙂

Ik was namelijk ruim op tijd weggegaan omdat ik 3,5km moest lopen naar de kerk. 1 uur van tevoren moet goed genoeg zijn. Dacht ik. Maar na een uur lopen en natgeregend te worden, was ik er nog steeds niet. Dus ik deed wat fout. Ik wist dat ik al ruim te laat zou zijn, maar misschien zou ik nog een preek kunnen horen of iets van contact met christenen kunnen maken als ik er eenmaal kom. Maar na 1,5 uur nog steeds geen teken van een kerk, terwijl google maps toch echt zei dat daar “de Hilo Baptist Church” moest zijn! Ik maar een gebouw ingelopen wat erop leek, een soort school. En tot mijn grote verbazing (want ik had het eigenlijk al opgegeven dat er nog ergens een kerk zou zijn daar) waren er mensen aan het zingen! Dus ik blij dat ik er was. 

Hawai zonsondergang

Toen ik aanschoof tussen alle oude mensen (en 2 jongeren en een wat jonger getrouwd stel) zag ik op het ‘mededelingenblaadje’ dat dit ook geen eens “Hilo Baptist Church” was, ik zat dus verkeerd. Maar goed, ik zat in de kerk, dus dat was ok. En na 2 liederen begon de preek met de bovenstaande tekst: precies op het goede moment! Geen zorgen maken, het leven is meer dan je backpack, je hostel en het voedsel. God zorgt voor me :-). En tot mijn grote verbazing werd ik na de kerkdienst uitgenodigd voor een Hawaiaanse lunch en een Hawaiaanse barbeque. Een loco-moco zoals ze die noemen, en de barbeque was eigenlijk grotendeels Amerikaans: veel, vet eten! 

Vol goede moed naar de top van Mauna Kea

Romeinen 8:28 in praktijk na de 1,5 uur natte wandeling: 

“En wij weten dat voor wie God liefhebben, voor wie volgens zijn voornemen geroepen zijn, alles bijdraagt aan het goede.” 

Een hele leuke groep mensen, die me daarna ook nog enorm hielpen, later meer. Na deze leuke, gezellige zondag was ik wel van mijn jetlag af. Dacht ik. De volgende dag ging ik met de gratis bus naar de lijzijde van het eiland, het plaatsje Kona. Een stuk toeristischer dan Hilo en droog! Maar niet zo gek, 

Uitzicht op het vulkanische "Big Island" van Hawai

want je hebt er 1 van de top-10 duiken van de wereld: het manta-ray duiken! Wat een ervaring. Helaas heb ik zelf geen foto’s gemaakt, anders had ik nu geen fotocamera meer denk ik (nummer 4 die kapot zou zijn). Maar er was 1 grote rog (zo vertaal je dat denk ik) die gewoon een showtje maakte onderwater. Ruim 3 meter breed en met alle spotlights op hem (of haar?) gericht maakte hij koprollen, wapperde die zijn vinnen/staart/vleugels en scheerde over ieders hoofd. In de nacht! Erg bijzonder. 

Slaapplek

Na dit onvergetelijke avontuur  op ongeveer 12 meter diepte ging ik de volgende dag weer vroeg op om de (gratis) bus te pakken terug naar Hilo, want ik wilde niet alleen tot diepe punten komen, maar ook tot grotere hoogten stijgen. De vulkaan Mauna Kea stond op het programma. Een vulkaan van 4200m hoog. Eigenlijk is het de hoogste berg van de wereld omdat die ook nog ongeveer 6000m in de grond doorgaat. Maar ja, zo hebben die Amerikanen altijd wel iets wat groter, hoger, dikker, langer of gewoon meer bizar is. Daar zijn ze gek op hier. Ik wilde deze vulkaan opfietsen omdat er een autoroute naar de top ging. Van “sea to summit”. 

Waikiki Beach

De volgende dag door de pastor van de kerk opgepikt en die heeft me goed verzorgd met weer een flinke loco-moco als lunch. Hij zette me ook af op ongeveer 1500m hoogte en 40km verder aan de voet van de vulkaan/berg. Ik was heel erg blij dat hij dat gedaan heeft, anders had ik denk ik niet eens aan de klim kunnen beginnen die dag! Want het ging een stuk anders dan ik had verwacht. 

Na 10 kilometer ploeteren naar het informatiecentrum moest ik nog 12 kilometer vanaf ongeveer 2800m hoogte. En wat ik wel wist, maar niet zo ernstig op had gerekend is hoogte. Tot 3500m ging het traag, maar was het goed te doen. Ik was daar rond 5 uur in de middag dus dacht het nog wel even te halen. Maar vanaf 3500m begon het er bij mij echt in te hakken. Elke stap was zwaar en was binnen 3 keer trappen op de fiets en 5 stappen naast de fiets al buiten adem. Dus doordat ik al een ‘drukke week’ achter de rug had heb ik besloten ‘mijn kamp’ op 3500m te vestigen zodat ik de volgende dag de top kon halen. Dacht ik. 

Pearl Harbour

Maar helaas was het de volgende dag niet veel anders. Ik ben tot 3700m gekomen, maar werd duizelig, misselijk en viel bijna flauw. Omdat ik nog 50km terug moest fietsen en ik geen voedsel meer had heb ik maar besloten de trip te staken, wat ik wel erg jammer vond. Maar ik heb nog nooit zo’n mooie sterrenhemel gezien als daar, dus dat was zeker de moeite waard! 

Toen was het voor mij relaxen en chillen. Nog wel wat uren wachten voor het vliegen naar Honolulu, maar aldaar wachtte Waikiki Beach en 30 graden met zon. Heerlijk rusten dus. En ik kwam niet bedrogen uit!

Toch wilde ik 1 ding niet overslaan terwijl ik daar was: Pearl Harbour. Dus ik heb een shuttle-busje daar naartoe genomen en heb daar rond gelopen. Indrukwekkende historie en ik dacht nooit echt na bij de 2e wereldoorlog aan deze kant van de wereld. De verhalen van Europa ken ik, maar hier hebben de Japanners flink huis gehouden. Eerst de veteraan uit Australie die de Japanners verfoeide op Nieuw-Guinea en hier een agressieve aanval op het leger, de marine en de luchtmacht van de Amerikanen. Op 7 december 1941 maakte Japan een slapende hond wakker (dat soort taal zie je overal in het museum, in filmpjes en volgens mij komt die ook voor in de hollywood film), want hierdoor kwam Amerika ook in oorlog.

In the Us of A

Wat me wel opviel was dat er heel veel dramatiek rondom het museum was, en ze lieten een film zien met de ‘helden’ die gestorven zijn en ze hadden een muur vol met alle namen van gestorvenen. Niet dat ik dat niet goed of belangrijk vind, maar uiteindelijk zijn hier ongeveer 2 a 3000 man gestorven – van de US Army, bijna geen burgerslachtoffers. De atoombom in Hiroshima en Nagasaki later die oorlog in 1945 (door de Amerikanen gedropt) veroorzaakte ruwweg 150,000 slachtoffers, waaronder enorm veel burgers. Ik kon het niet laten deze gedachte even te uiten, om de Amerikaanse kromheid toch even op de vingers te tikken. Ik denk dat ze voor die gebeurtenis wel een grotere (ter lengte van de Chinese?) muur nodig hebben. 

Na het historische uitstapje ben ik nog even gaan rusten op Hanauma Bay, werkelijk waar een paradijs. Ik kan alleen maar foto’s laten zien en dan weet je wat ik bedoel! 

Hanauma Bay

Maar… het was nog niet over! Het jeugdige stel van de kerk in Hilo die ik ontmoet had, ging dit paasweekend ook naar Honolulu. Dus ik heb met Cody & Emily (zo heetten ze) nog een heerlijke burger gegeten en een wandeling gemaakt. Ze hebben me naar het vliegveld gebracht en ik moest wederom afscheid nemen van geweldige mensen! Soms is reizen best lastig… 

En toen was het tijd voor de lange reis naar het avontuur(lijke land) waar ik het meest naar uitkijk: Alaska.

“Vraag je dus niet bezorgd af: “Wat zullen we eten?” of: “Wat zullen we drinken?” of: “Waarmee zullen we ons kleden?” – dat zijn allemaal dingen die de heidenen najagen. Jullie hemelse Vader weet wel dat jullie dat alles nodig hebben. Zoek liever eerst het koninkrijk van God en zijn gerechtigheid, dan zullen al die andere dingen je erbij gegeven worden.  Maak je dus geen zorgen voor de dag van morgen, want de dag van morgen zorgt wel voor zichzelf. Elke dag heeft genoeg aan zijn eigen last.” 

Mattheus 6:31-34 

Aloha!

under: Reisverhalen

Bush-bush!

Posted by: | 15 April 2011 | No Comment |

“Life bravely for Him who died lovingly for you.”

"Jesus, Hope for humanity"

Dit zinnetje kon ik maar niet uit mijn hoofd krijgen, zeker niet na 5 Hillsong diensten waarin lijden, volharding en “do something” onderwerp van gesprek (gepreek) waren! En wat een diepgang zitten er in die woorden. Ik adviseer u er maar eens over na te denken!

Deze keer een wat kortere blog, het is immers maar een week waarover ik wat te vertellen heb! Maar wel genoeg om een blog te vullen 🙂

Ik begon zogezegd met 5 diensten in een megakerk in Sydney. Ongeveer 25.000 mensen zijn lid van deze kerk, maar ze bereiken met hun muziek mensen over de hele wereld. Zo ook deze Hollander! En wat een variatie aan mensen daar: Japanners, Koreanen (die denk ik het meeste), Amerikanen, Australiers, Canadezen, Duitsers, Indonesiers, mensen uit India, ik heb ze allemaal gesproken in die 2 dagen.

The Opera House by night

Erg interessant. Eigenlijk onbeschrijflijk wat ik tijdens die diensten heb mogen ervaren, dus dat doe ik dan ook maar niet. Als je het echt wilt weten moet je me maar een e-mail sturen of het me later vragen, ik heb er in ieder geval een hoop inspiratie opgedaan! En een hoop moed om door te gaan met de reis. Het leukste was denk ik nog wel het gesprek met Brian, een Texaan. In een paar uur tijd hebben we echt zowat alles kunnen delen van onze (geestelijke) reizen en een heel goed gesprek gehad. En hij is een basgitarist, “slapping the bass!”. Dus lekker over muziek kunnen praten!

Na dit geestelijke avontuur en feest (want dat was de laatste dienst op zondagavond toch wel) had ik weer helemaal zin om de natuur in te gaan. Eerst nog even een stadswandeling door Sydney met het wereldberoemde Opera House en Harbour Bridge. Met een tussendoortje in de Botanic Gardens met op de kop hangende vleermuizen en mooie bloemetjes en bijtjes. Maar daarna: de Blue Mountains!

Flying (of nu sleeping) foxes

Uitvalsbasis was Katoomba, wat op de bergrug ligt. Eigenlijk is het 1 grote bergrug met 1 grote vallei. Het was hier ook een stuk kouder, van Cairns 32 graden naar Sydney 26 graden naar Katoomba 7 graden. Dat was eigenlijk wel lekker! Ik heb zelfs mijn slaapzak ‘s nachts over mijn dekens moeten trekken in het hostel omdat ik het te koud had. En dat deed me ook denken aan Alaska. Dus ik had er des te meer zin in om mezelf te testen met een 3-daagse wandeltocht.

Deze wandeltocht moest ik wel eerst voorbereiden, want er zijn maar weinig aangegeven routes hier. Er was er maar eentje: de Six-Foot-track. Maar omdat iedereen die al deed en ik een foto van Tarros Ladder had gezien (een stukje klimmen met klettersteig) had ik mijn zinnen op deze route gezet. Maar helaas kon niemand mij hierover informatie verschaffen. Het touristeninformatie punt was totaal niet behulpzaam (nee we doen alleen de Six-Foot-track), de locale bergsportwinkel had alleen wat kaarten die voor mij niet duidelijk genoeg waren en verder waren er weinig opties. Gelukkig is er dan altijd nog internet! De route + kaart via

The Opera House overdag

internet uitgeprint, het zou wel een beetje zoeken worden, maar ik had 3 dagen met genoeg voedsel en drinken om te overleven in de bush van Australie.

Met een veel te zware tas op pad gegaan naar het begin van de Six-Foot-Track, omdat mijn eerste 10km wel via die track gingen, maar daarna afsloeg richting de bergwand die ik moest beklimmen. Oke, het begin van de Six-Foot-Track. Waar is die? Vergeten te checken. Dus ik weet niet waar ik naartoe loop? Nee, dat weet je niet. Dombo. Vergeten mijn beginpunt te plannen, het was maar een stukje van 2,5km, maar als je niet weet waar je naartoe moet en verkeerd loopt kan het heel lang duren. Dus een man aangesproken die net naar zijn auto toeliep. Een hele aardige man, Carlton, ex-politieman van 65 jaar oud en die wilde mij maar al te graag brengen (ja, liften gaat natuurlijk na al die avonturen) naar het beginpunt! Wat een generositeit! Dus ik bij het beginpunt, vanaf hier wist ik wel (voor 80% zeker) de route, dus dat ging goed komen.

De "Blue" Mountains

Na een afdaling via de trap van 1100m naar 600m in 2 of 3 km voelde ik mijn bovenbeen spieren behoorlijk. Oef! Waar ben ik aan begonnen? En ik zag helemaal niemand (behalve wat kangoeroes) dus eigenlijk was ik wel een beetje bang voor slangen. Ik hou niet van die beestjes! Nadat ik op de track toch welgeteld 1 iemand plus 2 auto’s was tegen gekomen sloeg ik af richting bergwand. En binnen 2 minuten (het was een onverhard pad) stopte er een auto. Wil je een lift naar het uiterste punt dat ik je met de auto kan brengen? Waarom niet he! Ja, liften gaat natuurlijk na al die avonturen. Het was een local die me ook een beetje richting gaf en wat belangrijke punten aanwees. Dat zou nog makkelijk worden dus.

Na ongeveer 8km lopen kwam ik al bij mijn eerste punt zo rond 4 uur ‘s middags, en om 6 uur werd het donker. Het beginstuk van de route even verkend en daarna mijn tent opgezet bij een campingplaats, tussen de kangoeroes. Ik heb geloof ik wel 30 kangoeroes gezien daar. Druk druk druk! Het chinees van de dag ervoor was koud, maar nog wel lekker voedzaam. En hierdoor werd mijn tas gelukkig ook wat lichter. En doordat ik genoeg voedsel had, kroop ik verzadigd en wel in mijn slaapzak. Het was minder koud dan in het plaatste Katoomba, doordat ik nu in het dal was. Dus ik heb het niet koud gehad!

Kampeerplek met opgaande zon

De morgenstond heeft goud in de mond. Wederom een fantastische zonsopgang gezien! En heerlijk die zon, die de tent droogt zodat je ‘m niet nat hoeft in te pakken. Rustig opgestaan, omdat ik wist dat de route van vandaag ‘maar’ 15km zou zijn, waar ik ongeveer tussen de 4 en 6 uur over zou doen. Dacht ik. De eerste stappen had ik gister al gezet dus dat ging goed. Een beetje rondgelopen op de brede paden, de zogeheten ‘fire-trails’. Omdat er hier heel veel bosbranden zijn, zijn die gemaakt voor zowel de brandweer als bescherming dat niet het hele bos eraan gaat als er ergens een brandje is. Na ongeveer 8km lopen moest ik de route naar de bergwand (en Tarros Ladder) ongeveer zelf uitzoeken en twijfelde een beetje. Ik om de heuvel (die voor de bergwand lag) heen gelopen, kompas gebruikt, maar kon de realiteit niet met de kaart combineren.

Totdat er een lokale gast op z’n motor voorbij kwam rijden en zei dat ik de afslag naar de ‘Ladder’ gemist had, maar geen paniek: de eerste links gaat ook die richting op. Ik geloofde ‘m niet, omdat de eerste links niet zo ‘links’ op de kaart stond. Maar goed, na 3km verder lopen en zien dat je niet richting bergwand gaat, doet je toch wel geloven in je eigen stupiditeit en koppigheid. Want die locals hier kennen natuurlijk wel de weg. Ik teruggelopen en die afslag genomen. Ik dank God dat hij die vent heeft gestuurd, want ik wist zeker dat ik anders hopeloos verdwaald zou zijn! De afslag was duidelijk niet vaak gelopen, ik moest echt door de bush. En hoe hoger ik kwam, hoe minder duidelijk het pad werd. Maar….hoe duidelijker het werd waar ik naartoe moest; want ik zag de bergwand al!

De 'gevreesde' Tarros Ladder

Eenmaal bij de bergwand aangekomen zag ik dat 10 meter klimmen toch wel hoger is dan het er op de foto’s uitziet. Als ik val, dan is dat niet best. Zeker met een backpack van 15 a 20kg op je rug maakt het het klimmen niet makkelijker. Maar, ik was blij dat ik de route in ieder geval gevonden had! En geen mens gezien op deze route. Behalve dan die motorrijder. Tarros Ladder zag er wel te doen uit, maar ik vond het toch wel een beetje spannend. Brrr, waarom wil ik altijd dingen die ik net iets te eng vind? Maar ik laat me niet koeieneren in de bush-bush van Australie dus ik ging er voor. Mijn echte hoogtevrees-adrenaline kwam niet geheel naar boven, maar toen ik het stukje geklommen had maakte ik boven toch wel even een vreugdedansje!

Mijn vreugdedansje 🙂

Vanaf daar wist ik dat het makkelijk zou worden, deze bergwand lijdt namelijk direct Katoomba in. Bij een grote uitkijktoren heb ik mijn kamp opgeslagen en een heerlijke nacht gemaakt. Helemaal stil, ‘s nachts even uit mijn tent gekeken omdat ik wat gekke geluiden hoorde (en ik had op de route al 2 dingo’s gezien, die vaak op zoek zijn naar eten en een zeer goede neus hebben) maar ik stuitte op een geweldige heldere sterrenhemel! En gelukkig geen dingo’s, slangen of andere rare beesten.

‘s Ochtends weer opgestaan met een fantastische zonsopgang en met Chris Tomlin – Awakening op de iPod:

“Like the rising sun that shines
From the darkness comes a light
I hear Your voice and this is my
Awakening

Like the rising sun that shines
Awake my soul, awake my soul and sing
From the darkness comes a light
Awake my soul, awake my soul and sing

Like the rising sun that shines
Awake my soul, awake my soul and sing
Only You can raise a life
Awake my soul, awake my soul and sing”

Terug gelopen naar Katoomba via Golden Stairs naar beneden, door toeristisch Scenic World en Furbers Steps (veel te stijle trap naar boven weer de bergwand op) weer omhoog.

Mijn ziel was weer opgewekt, awakened en tot leven gebracht in Gods creatie!

Amen!

Jelle.

De drie gezusters!

under: Reisverhalen

Down Under

Posted by: | 8 April 2011 | 10 Comments |

“I see Your face in every sunrise
The colors of the morning are inside Your eyes
The world awakens in the light of the day
I look up to the sky and say
You’re beautiful

I see Your power in the moonlit night
Where planets are in motion and galaxies are bright
We are amazed in the light of the stars
It’s all proclaiming who You are
You’re beautiful, You’re beautiful”

Sommige teksten uit liederen zeggen precies wat je meemaakt of voelt. Zo ook dit nummer van Phil Wickham – Beautiful, onder een sterrenhemel in Nieuw-Zeeland.

Australie, Mission Beach

Maar Nieuw-Zeeland is al verleden tijd, ik ben nu Australie. Alweer bijna 3 weken! Ga ervoor zitten, pak er een kop koffie of thee bij, koekje of iets anders lekkers, want dit wordt een lange blog!
Ik heb nog niets geschreven over de avonturen in Australie dus moet weer even diep graven in de herinnering van hoe ik hier kwam. Via Christchurch naar Sydney. En Sydney zou eigenlijk een lange vliegveldnacht worden, omdat ik van 5 uur ‘s middags tot 6 uur ‘s ochtends de volgende dag moest wachten op mijn vlucht. Ware het niet voor Hillsong! Om 6 uur was ik aan het internetten op mijn iPod en zag op de Hillsong-website dat er een dienst was om 7 uur. Op het moment dat ik dat zag twijfelde ik niet en probeerde zo

Sydney vanuit de lucht

spoedig mogelijk het centrum van Sydney in te komen met een veel te dure taxi. Om 18.45 werd ik afgezet in hartje Sydney en tussen alle goed geklede, moderne mensen kwam ik aanlopen met mijn backpack en bergschoenen. Desondanks (of misschien wel dankzij) werd ik vriendelijk begroet en kon ik de ‘booming-business’ van Hillsong aanschouwen. Voor degenen die Hillsong niet kennen: het is een megakerk, met megagoede muziek en megaveel energie! Dus van een duf, wachtend vliegveldleven was ik ineens in de energie van deze kerk, geweldig! Hele mooie ervaring en leuke mensen ontmoet, die ik misschien dit weekend weer ga zien.
Na het bliksembezoek rustig met bus en trein terug gegaan naar het vliegveld en gewacht. Op naar Cairns, een toeristische stad die compleet gefocused is op het Great Barrier Reef, tours door de tropen en het feestende backpackersleven. Leuk voor een paar dagen, maar niet echt mijn plek. Gelukkig kon ik dan ook al snel een skydive trip boeken en proberen mijn duikcursus af te maken in misschien wel het mooiste duikgebied ter wereld. Het werd een week duiken, hetzij in de lucht, hetzij onder water.  Maar ik was een beetje bang voor mijn oren, omdat die de vorige keer niet mee wilden werken. Eerst de skydive, missie nummer 1.

Leguaan van ongeveer 2 meter lang, Mission Beach

Skydiven is uit een vliegtuig springen met een complete vreemde aan je vastgeknoopt die voor jou op dat moment je enige uitweg en redding is, omdat diegene de parachute met zich meedraagt. Ik deed de sprong vanaf 14,000ft wat ongeveer 4200m hoog is en we zouden gaan landen op Mission Beach. Mission Beach is een dorpje aan witte stranden, blauwe zee en tropisch regenwoud. Alleen een paar weken ervoor getroffen door cycloon Yassi, waardoor het een nogal verlaten oord is geworden. Later meer over de cycloon. Nadat je in een bus (gelukkig met airco!) naar het mini vliegveldje gereden wordt, wordt je in een klein vliegtuigje gepropt, met 7 anderen. Je kan even genieten van het uitzicht over de tropen, de zee en de omringende eilandjes. Maar, eigenlijk ben je daar niet mee bezig. Je ziet jezelf hoger en hoger klimmen door de wolken en doordat ik het plekje bij de uitgang had, zie je ook nog eens binnen een halve meter dat je er ook gewoon echt uit kan springen. Hoe zou dat zijn? Gewoon springen. Er gaat een oranje lampje branden en dat betekent dat je je klaar moet maken om te gaan springen. Ik kijk naar beneden en denk: “Wat? Springen?”. Het rode lampje gaat aan, er komt een hele hoop lawaai en wind in het vliegtuig en “Whops”. Waaaaaaaaaa!! Wat is dit?!?!!?!?! Binnen luttele seconden vlieg je met een noodgang gewoon snoeihard richting aarde. Met een oude man van 50 op mijn rug. Mond open van het schreeuwen en ogen fijngeknepen door de wind zie je de felblauwe zee steeds dichter bij komen en denk je: “Gaat er nog een parachute komen?” “Nee, gewoon genieten, schreeuwen en lachen!!”

Na 60 seconden vrije val kom je in een oase van rust, met de parachute boven je hoofd en piepende, gierende oren van het hoogteverschil. Wow. Wat is dat een adrenaline-kick! Ik mocht even sturen met de Parachute en nog voor 5 minuten genieten van het uitzicht. Gelukkig duurde het niet veel langer dan 5 minuten voor mijn edele delen, na 5 minuten edele deeltjes. En voor je het weet land je perfect zacht op Mission Beach en kan je alleen nog maar glimlachen, je hoofd schudden en denken: ongeëvenaard.

De Kangaroo Explorer, Great Barrier Reef

Missie nummer 1 in Cairns ging veel te snel voorbij en gelukkig was er nog missie nummer 2: het duiken. Eigenlijk vond ik dat spannender dan het skydiven, want ik wist niet of mijn oren het wel zouden houden. Wat nu als ik weer tot 6 meter kom en niet met de groep mee kan? Ik had al geboekt voor 2 dagen aan boord van een duikboot. Zou ik dan 2 dagen niets doen? Of gewoon door de pijn heen duiken en riskeren dat mijn trommelvliezen kapot gaan? Na de medische check bleek alles oke te zijn, maar dat was het vorige keer ook. Dus ik heb bij de apotheek wat duikpilletjes gehaald op advies van wat andere duikers en de apotheek zelf. Jazeker, de apotheker! Benieuwd of het gaat helpen.

De Kangaroo Explorer was de boot waarop ik 2 dagen en 1 nacht zou verblijven. Een redelijke boot met ongeveer een capaciteit van 50 man. Een stuk of 20 mensen die op de boot werken en fulltime bezig zijn of met duiken, of met koken, of met de boot schoon houden. Nou ja, eigenlijk allemaal met duiken dus. Bijzonder wereldje en leven op zee, sommigen blijven een week op de boot, krijgen 2 dagen vrij en gaan dan weer een week op de boot. Ik was met een groep van 6 anderen om de open water dive course af te ronden, waardoor je tot 17.9 meter mag duiken. Het ging allemaal vrij snel dus voordat ik het wist lag ik al in het water en gingen we via het touw naar beneden om op ongeveer 12 meter proberen te komen op het zand. Na een hele langzame afdaling, was ik op 11 meter, zonder problemen! Prijs de Heer! En de apothekers (Pieter-Jan van Hartingsveldt :)! Helaas werd die duik afgebroken door wat stomme fouten van mij en de gehele groep, het was namelijk chaos. Niemand bleef bij zijn of haar buddy en dat is eigenlijk regel nummer 1: blijf bij je buddy! Gelukkig heb ik na die duik in alle rust en met wat horten en stoten mijn duikcursus kunnen afronden.

In onze eerste echte duik hadden we gelijk al een schildpad, haai en nemo (clownfish) gezien! Zoals het er op tv in de documentaires uitziet, zo ziet het er ook uit als je daar in het water zweeft. Awesome!

Het zwembad in Cairns

Voor, tussen en na deze twee geweldige ervaringen, heb ik Martijn een aantal keer ontmoet, de Nederlander waar ik mijn reis mee begon in Auckland. Ze hadden zijn tas toen ook verloren op het vliegveld. Echt een toffe ontmoeting om elkaar weer te zien na 2 maanden Nieuw-Zeeland! We konden onze ervaringen delen en nieuwe wijsheden en inzichten met elkaar bespreken. In het Nederlands. 🙂

Ik had genoeg van Cairns maar wist niet zo goed wat ik de rest van de 2 weken moest doen. Het was erg warm (30/35 graden met 90% luchtvochtigheid) dus ik was een beetje gedemotiveerd om ergens naartoe te liften. En naar een andere plek gaan was duur. De kosten beginnen na alle avonturen toch wel een beetje mee te spelen. Want ik heb nog een mooi (duur) avontuur in Alaska voor de boeg! Dus ik voelde me een beetje opgesloten. Na 2 dagen niks doen, besloot ik toch om weer een nieuw avontuur in te gaan; liften naar de outback.

De outback zoals ik het me voorstelde is een grote, rode woestijn, met eigenlijk niks. Op wat rotsen, wat digeridoo-spelende aboriginals en kangaroo’s na. Al snel zou blijken dat dit een verkeerde voorstelling was. Ik ging in Cairns met mijn duim staan om 1200km te liften naar Mt Isa, een stad in de outback. Ik had me voorgenomen om 3 dagen te liften, 2 dagen daar te blijven en 3 dagen terug te liften, omdat ik maar anderhalve week had om weer mijn vlucht van Cairns naar Sydney te pakken. Ik had wat negatieve verhalen over liften gehoord in Australie, waardoor ik een beetje afgeschrikt werd, maar later bedacht ik me dat ik dat overal hoor

Country Music City - Charters Towers! Howdiehow!

over liften. Mensen zijn wantrouwender aan het worden. Het enige waar ik me een beetje zorgen over maakte was het water, dus ik had ongeveer 5/6 liter water mee. Je weet maar nooit in de woestijn! Aan de oostkust ging het liften erg goed. Ik moest namelijk eerst nog een stukje naar het zuiden voordat ik rechtstreeks naar het westen zou gaan. 350km naar Townsville in een paar uur dus ik had de ‘liftspirit’ weer te pakken! En mijn gevoel voor avontuur terug 🙂

Toen de lange, lange zit van Townsville naar Mt Isa, een stuk van ongeveer 900km. Ik werd al snel uit het centrum van Townsville gebracht en ik was binnen een paar uur in Charters Towers, een stad die bekend staat om haar goudmijnen. En ” Country Music City”. Ik had de moderne oostkust achter me gelaten en kwam in het Wilde Westen van Australie! Tot ik in het gehucht Pentland aankwam. Een heel klein dorpje, met 300 inwoners, maar zo goed als geen activiteit. Een postkantoor, caravanpark en een schuur met kunst vulden het centrum. En naast actieve tropische vogels, geen mensen. Wel aardig wat auto’s en trucks die voorbij reden, maar….geen mensen. En een lange weg. En aardig wat auto’s en trucks die voorbij reden. Maar…twee mensen die voorbij sjokken. En behoorlijk wat auto’s en vrachtwagens die voorbij reden. En een trein! Zoals je merkt val ik in herhaling, en dat komt omdat ik daar ruim 10 uur gewacht heb. Dat is dus liften in de outback! Ik heb nog nooit zo lang gewacht op een lift, en je zou denken dat het afzien was in de hitte, maar het was er 23 graden met miezerregen. Dat is dus liften in de outback!

Pentland, 10 uur wachten.

Eigenlijk had ik na 7 uur wachten al besloten om de enige bus die per dag gaat te nemen, terug naar Townsville. Ik had er al overnacht in het caravan park en stond de volgende dag van 9 tot 3 te wachten. Ik had geen zin meer om mijn duim op te steken naar de auto’s of trucks die voorbij kwamen, het had toch geen zin. Mijn boek “Into the Wild” helemaal uitgelezen en wachten op de bus. Toch geen echte outback voor mij. Tot…… er om kwart over 3 een auto stopte. Om 4 uur zou de bus gaan. “Wat? Stopt de auto echt? Dan zou die wel wat willen zeggen tegen me. Of nee, hij zal wel maar 100km verder gaan en dan ben ik nog verder van huis.” Ik geloofde het nog niet echt. Totdat de man uitstapte, een 60-jarige man met baard, stel je maar een visserman voor en je komt behoorlijk in de buurt. Hij keek me aan en ik vroeg waar hij naartoe ging. Cloncurry. Wat?! Cloncurry! Dat is ruim 700km verder op, dan ben ik nog maar 100km van Mt Isa! Ja, prima zei hij, “hop on”. Dat is dus liften in de outback!

Pentland, 10 uur wachten.

Hij kon eindeloos praten, was een echte local, had hele mooie verhalen en wijdde me helemaal in. Hij had die route namelijk al duizenden keren gereden als vrachtwagenchauffeur en was opgegroeid in Cloncurry. Hij kon me alles vertellen over de omgeving, de verhalen, de natuur en wat er allemaal op de route was. Een betere lift kon ik me niet voorstellen. En de outback zag er eigenlijk helemaal niet uit als een woestijn, het was er allemaal groen. Dit kwam door de regen van de afgelopen tijd. En de cycloon die de oostkust geraakt had, waardoor er extra regen komt. Het landschap deed me een beetje denken aan Afrika. De bomen, de grootsheid en in ongeveer 700km maar 4 kleine dorpjes gezien. De cycloon had het huis van hem ook hard geraakt, hij had 90.000 dollar schade. Zijn dak was eraf. Hij was er vrij laconiek onder, ze zijn het gewend. Danny is overigens zijn naam, en na 7 uur met elkaar in de auto gezeten te hebben was ik nog niet verveeld. Oke, hij praatte veel, maar dat is ook mooi om de tijd te doden in zo’n lange rit. Hij ging naar zijn vader in Cloncurry die dat weekend jarig was. Ik mocht zelfs wel bij zijn vader thuis slapen als ik wilde. Nou ja, waarom niet? ‘s Avonds aangekomen bij opa die me verhalen vertelde over de oorlog in Nieuw-Guinea. De Tweede Wereldoorlog waarin Australie tegen Japan vocht op de eilanden. Voor mij een vergeten hoofdstuk van deze oorlog. Voor hem niet! Hij was 89 jaar, maar kon alles piekfijn na vertellen. Tevreden van het avontuur, de lift, de verhalen ging ik in een soort bejaardenhuisje slapen.

Quamby Pub, Wild Wild West!

De volgende dag nam Danny me in zijn 4WD (vier wiel aandrijving) mee op een tour door de rauwe outback. Hij wilde me van alles laten zien, van een pub in Quamby (echte Wilde Westen pub), tot een Australische windmolen, tot een onverharde weg die leidde tot een hoop kangaroo’s! Ja, ze springen echt! In de pub nog een groep met locals horen praten over de omgeving, af horen geven op de government en sterke verhalen vertellen over hun boerderijen en werk met een biertje in de hand. En ik werd gedoopt tot “Dutchie”, mijn naam Jelle was te moeilijk voor ze om uit te spreken.

Quamby Pub, Wild Wild West!

Later op die dag heb ik toch maar een bus gepakt naar mt Isa om daar op zondag naar de kerk te kunnen gaan. Het was maar 150km dus niet zo duur. En wat nog mooier was: Danny bood me aan om 2 dagen erna terug te gaan met hem naar zijn woonplaats Ingham. En dat is maar 250km van Cairns! Precies in de goede richting, een rit van wel 1000km maar beter kon ik het me niet indenken. Ik naar mt Isa: de kopermijnstad van de outback en “rodeo capital of Australia”. Volgens Danny gejat van Cloncurry, zij strijken met de eer.

Mt Isa is een bijzondere stad, eigenlijk wel een beetje raar. Ik ging naar de backpackersplek daar en ben eigenlijk geen backpackers tegen gekomen. Alleen maar oude, drinkende mannen. Het schijnt zelfs zo te zijn dat er op 4 mannen maar 1 vrouw aanwezig is daar. In het hostel was dat in ieder geval wel te zien! Ik denk dat ze op zoek waren naar werk. Ik weet het niet. Ook is daar een flinke groep aboriginals aanwezig, maar die zijn niet geliefd onder de “Ozzies”. Eigenlijk vaak gehaat zelfs. Ze zijn dan ook vaak in groepjes te vinden en zwerven door de dorpjes of stad heen. Erg vriendelijk zien ze er niet uit. Hier is het een veel groter probleem dan in Nieuw-Zeeland merkte ik wel. Er is echt een grote kloof tussen de “blackies” en de “Ozzies”. Zoals ze ze hier noemen. Erg triest om te zien.

Een dromedaris.

In Mt Isa zijn de cowboys ruimschoots aanwezig en zo ook in de Baptist Church aldaar. Die was ‘toevallig’ om de hoek van het hostel, dus ik hoefde niet verder te zoeken. Maar het was geen redneck-country-kerk, eigenlijk behoorlijk modern. Het had veel weg van mijn Baptistenkerk, behalve dat er een groot meisjeskoor was in uniform. Wat ze precies deden en wat hun functie was weet ik nog steeds niet, maar het was wel schattig om te zien. Een goede preek gehad over wijsheid. En dat kan ik wel gebruiken op deze reis, zie het begin van de reisblogs! Een leuke gemeente, waar ik al snel aan de praat kwam met verschillende mensen. Ik zocht ook naar een jongeman Aidan, omdat hij contactpersoon was voor de Cross Country Run die die dag gehouden werd. Een jongeman die ik eigenlijk wel een beetje op mij vond lijken, alleen niet zo knap. Hij was wel sneller, want hij had al een marathon in 2.40 gelopen en een 3000steeple in 9.15. En hij was verder, want hij was al getrouwd. Dus ik heb nog even te gaan, maar leuk om hem te spreken, alleen nog leuker om ook echt mee te doen met die wedstrijd!

Mt Isa, Rodeo Capital of Australia

‘Toevallig’ had hij ongeveer dezelfde schoenmaat, dus schoenen van hem geleend en in de outback mijn seizoen geopend. 7 km door de bush, het leek wel een beetje op Afrika. Want op een gegeven moment waren wat aboriginal-kinderen mij aan het aanmoedigen. Net Afrikaantjes! Ik waande me een “Muzungu” in Kenia. Maar het was ook zwaar. De tijd weet ik niet, maar dat is misschien maar goed ook.

Daarna was het tijd om nog een kort nachtje te maken in het bruizende backpackershostel en de bus naar Cloncurry terug te pakken om Danny weer te zien. En hij was er, gelukkig. De rest van die dag in de auto met hem gezeten, gepraat over Australie, over Holland, over de outback, over zijn boot, enzovoorts. Laat in de avond aangekomen in Ingham vol van alle avonturen, ontmoetingen en verhalen. Een budget hotelkamertje gekregen en gaan slapen. Dat was dus liften in de outback!

Na dit uitstapje ben ik nog een paar dagen naar de tropen gegaan. Dat is vlakbij Cairns, net over de heuvels. Naar een hostel genaamd “On the Wallaby”. Daar organiseren ze allerlei tours om gekke dieren en grote bomen te zien. Zo heb ik daar tree kangaroos, possums, uilen, een ander soort kangaroo, lizzards, gekleurde vogels en grote spinnen gezien tijdens de nachtkanotrip. Erg mooie ervaring, in de nacht de kano pakken en het meer opgaan. Zaklampen mee, schijnen en zoeken in de bomen voor gekke beesten. En die heb je dus genoeg in Australie. God was denk ik af en toe in een gekke bui, want je komt de raarste beesten hier tegen.

Een kangaroo!

In de “Tablelands” (zo wordt het hier genoemd) ben ik rondgereden door Richard, die heeft mij eigenlijk alles in de omgeving laten zien. Dat was een jongeman van 26 jaar die me een lift had gegeven daar naartoe. Hij bleef daar zelf 3 dagen omdat hij in die dagen doktersbezoeken had. Hij wilde het zelf ook graag zien en nam mij (allemaal gratis!) mee op tour door de tropen. Met de jeep door het

Atherton Tablelands!

oerwoud ben je nooit alleen! Watervallen, grote bomen (50m hoog en 20m breed), het is hier allemaal te bezichtigen. Met hem heb ik ook nog een goed gesprek over het geloof gehad en hij stelde me pittige vragen over de Bijbel en de katholieke kerk. Maar hij was op zoek. Aardige gast en door hem kwam ik ook nog eens in een geestelijk avontuur!

Hij heeft mij ook met zijn moeder samen afgezet in Cairns voor het hostel Tropic Days. En zo had ik een rit van 2500km afgerond en ben ik nu weer terug in Cairns van alles aan het regelen voor de komende 2

Platypus Protected.

maanden. Sydney, Blue Mountains, Hawai, Alaska. In 4 weken tijd ga ik van de tropen naar een miljoenenstad, naar een vulkanisch surferparadijs naar het noordpoolgebied. Vervoer, vluchten, accomodatie, kaarten. Van alles aan het bekijken wat ik nu ga doen om me voor te bereiden op Alaska. Want dat is vanaf nu mijn ‘main focus’. Ik ga daar 3 weken zijn en hoop daar het meeste uit te kunnen halen. Into the Wild. Alaska vind ik wel spannend, omdat ik daar wel mijn grenzen wil verleggen. Een paar bergtoppen, alleen buiten slapen met -10, lange dagen en korte nachten, de wildernis in waar ook beren, wolven en caribou rondlopen. Ik ben heel erg benieuwd, maar heb er ook enorm veel zin in!

Maar eerst dit weekend geestelijk voorbereiden door in Sydney naar zoveel mogelijk Hillsong diensten te gaan.

Ik hoop dat jullie genoten hebben van mijn verhalen, ikzelf in ieder geval wel. In de komende 2 maanden zullen er nog wel een aantal bij komen. En nog steeds bedankt voor alle leuke berichtjes! Want de laatste tijd denk ik wel wat vaker terug aan Nederland. Met weemoed.

Gods zegen!
Jelle.

Grooooooote boom!

under: Reisverhalen

Nieuwe foto’s

Posted by: | 27 March 2011 | 25 Comments |

Op picasaweb heb ik een aantal foto-albums staan van de eerste 4 weken Nieuw-Zeeland en ik heb zojuist een nieuw album van week 5 t/m 8 aangemaakt. Dus als je die graag wilt zien:

http://picasaweb.google.nl/jellehanswijk/

Gegroet vanuit Down Under!

under: Reisverhalen

Na zonneschijn komt regen

Posted by: | 24 March 2011 | 7 Comments |

“Sunshine is happiness, rain is the start of something new.”

In het begin was alles duisternis (Te po). Vanuit de eerste lichtflits (Te Ao), kwam langer durend licht (Te Aoturoa) voort en scheen in alle hoeken van het universum. Alles was nog omringt door een groot gat van leegheid, een onaantastbare leegte (Te kore). Deze leegte was ernstig op zoek naar vermenigvuldiging. Ten slotte bereikte het zijn ultieme grens en werd het een ‘ouderloze’ leegte (Te Korematua), maar met de mogelijkheid om leven voort te brengen. En op die manier kwam er vocht (Te Mahu) tevoorschijn en voegde zich bij Maharanuaiatea, een wolk die groeide vanuit de dauw. Vanuit deze gemeenschap kwam Rahi, de hemelen die samen ging met Poharua te Po, de adem van het leven die gevonden werd in de baarmoeder van de duisternis. Het eerste kind in deze generatie was Aoraki, de hoogste berg in de Ngai Tahu range.

De Raki-brothers!

In deze tijd was er nog geen Te Wai Pounamu, Aotearoa (ofwel Nieuw-Zeeland). De wateren van Kiwa rolden over de plaatsen waar nu het Zuidereiland, het Noordereiland en Stewart eiland zijn. Maar nog geen enkel teken van land bestond. Raki (de Vader van de Hemel), trouwde met Papa-tua-nuku (Moeder Aarde). Na hun huwelijk gingen sommige “hemelse kinderen” naar beneden om hun nieuwe moeder en nieuwe vrouw van hun vader te ontmoeten.

Onder deze bezoekers waren vier zoons van Raki: Ao-raki (Wolk in de Hemel), Raki-roa (Lange Raki), Raki-rua (Raki de 2e) en Raraki-roa (Lange ononderbroken lijn). Ze kwamen naar beneden in een kano die bekend stond als Te Waka o Aoraki. Ze voeren hun schip over Papa-tua-nuku, die als een groot lichaam lag in het continent genaamd “Hawaiika”. Toen de zoons zin hadden om iets te ontdekken, gingen ze op zee. Maar, ondanks hun lange reis, kwamen ze geen land tegen. Hoe lang ze ook reisden, ze vonden geen land. Ze besloten om terug te gaan naar hun thuis, hun ouderlijk huis. Maar….de harakia (de kracht om weer terug te keren naar de hemel) faalde en liet niet toe dat ze weggingen. Een heftige storm brak uit en de waka (kano) viel terug in de zee en kantelde. In het proces veranderde de kano in steen en aarde. De waka vestigde zich met de westkant veel hoger dan de oostkant. En op deze manier was het Zuidereiland gevormd, vandaar de naam: Te Waka o Aoraki. Aoraki en zijn broeders klampten zich vast aan de hoge zijde en veranderden in steen. Tot op de dag van vandaag blijven ze hier.

Slaapplek

Aoraki is bekend als Mt Cook, de hoogste berg van Nieuw-Zeeland. En zijn broeders zijn de hoge pieken naast hem – Rahiroa (Mt Dampier), Rahirua (Mt Teichelmann) en Rarahiroa (Mt Tasman). De vorm van het eiland zoals het nu is, heeft het vooral te danken aan de dadendrang van Tu Te Rahiwhanoa, die de taak op zich nam om het land geschikt te maken voor menselijk leven.

Lang verhaal! Maar ik had er wel plezier in dit verhaal te lezen. Met dit verhaal in een restaurantje op een bergtop van 1000m (waar ik voor de verandering op ben gereden in plaats van gelopen) nam ik ‘afscheid’ van Nieuw-Zeeland. Mijn laatste herinneringen aan Nieuw-Zeeland zal ik hieronder nog weergeven, want op dit moment ben ik al in Australie. En nog kort over de titel van de blog: vaak in Nieuw-Zeeland moest ik toch wel leven met het veranderlijke weer, dus als het hier goed weer is, moet je dat goed benutten. Maar andersom ging natuurlijk net zo goed op!

Blij in de Fiordlands

Mijn laatste verhaal ging over dat ik door de wildernis had gereden en dat ik van plan was naar Queenstown te gaan, nog een looproute te doen en rustig aan richting Christchurch terug te gaan. Die laatste week werd een hele hoop meer dan dat en ik ga Nieuw-Zeeland niet snel meer vergeten!

Het weekend heb ik doorgebracht in Queenstown. Een toeristisch dorpje met veel bedrijvigheid. Het doet zich voor als een grote stad, maar is eigenlijk maar een klein dorpje. De meeste backpackers komen hier voor wat actie, dus ik natuurlijk ook. Niet om te skydiven (dat wil ik in Australie doen), maar om iets te doen wat voor mij nog niet zo bekend was: canyoning. En dat was zeker de moeite waard! We gingen naar de 12-mile-high-delta-canyon, iets in die richting, waar we op alle mogelijke manieren van boven naar beneden zijn gekomen. Ik noem wat manieren op:

– Ziplinen (soort kabelbaantje aan je klimharnas)
– Abseilen
– Vanaf 8m springen in de canyon
– Sliden (gewoon op je bips) vanaf een 7m waterval.

Oamaru

Daar volgden weer een aantal leuke lessen uit!
1. Het water was echt koud (5 graden)
2. Pas op met de Superman-dive (2 dagen last van mn kin gehad)
3. 8 meter is best hoog om te springen!
4. Toch vind ik de 7 meter drop met raften leuker dan met sliden.

Echt een hele toffe ervaring! Later in het vliegtuig naar Sydney gezien dat je zoiets niet alleen moet doen zonder anderen dat te laten weten door de film “127 hours”. Als je benieuwd ben moet je ‘m zien, mooie film.

Na deze trip ben ik naar de Queenstown Baptist Church geweest en dat was echt een leuke kerk, met hele goede aanbidding! Ik kreeg alvast een voorproefje op Hillsong,  ze konden de nummers bijna perfect coveren. En uiteraard het nummer “Glorified” van

De Man-Killer!

de Parachute Band maakte de worship compleet! 🙂 Als afscheid van Queenstown een Man-Killer gegeten, een burger die wel een beetje te groot voor mij was. Ik denk dat het de eerste burger is die ik heb gegeten hier in Nieuw-Zeeland (misschien wel mijn hele leven)! Zie foto.

Maar die schoen moest nog gemaakt worden, voordat ik nog een aantal dagen de natuur in ging. Dus ik kom maandagochtend bij de schoenmaker, blijkt het precies die man te zijn die ik de dag ervoor in de Queenstown Baptist Church heb gesproken! Had ik dat maar geweten in de kerk. Wel een grappige ontmoeting. Maar daardoor wist ik dat het goed zat met mijn schoenen als ze door een christen gemaakt werden (“de inzet voor het evangelie van de vrede als sandalen aan uw voeten”) dus met volle moed ging ik door naar de Fiordlands, naar het plaatsje Te Anau. De “gateway” naar de Fiordlands.

Ik was van plan de Kepler Track te doen, een 60km wandelroute met een mooie bergtop erin + wat vlakkere gedeeltes door het bos. Maar door de tijd ging dat niet lukken om de hele track in 3 dagen te doen (ik moest weer op tijd terug zijn in Christchurch) dus heb ik een gedeelte gedaan in 2 dagen. De 1e dag voornamelijk door het bos en de 2e dag mijn laatste bergtop van Nieuw-Zeeland: mt Luxmore. De eerste dag heb ik van een DOC-medewerker (die werkte in 1 van de hutten) een soort begeleide route gekregen omdat ik die toevallig tegenkwam. Hij vertelde wat over het gebied, wat hij deed en over plantjes, boompjes en beestjes! Erg leuk! Ik ben toen gaan kamperen aan een supermooi strand en 3 gasten van mijn leeftijd tegen gekomen waarmee ik lekker vuurtje heb gemaakt en spelletje heb gespeeld (soort jeu des boules met steentjes). Gezellig!

Jeu des boules met steentjes!

En daarna kwam de mooiste dag, want ik had het niet echt meer verwacht van Nieuw-Zeeland dat het me nog echt kon verrassen: mt Luxmore en uitzicht op de Fiordlands. Ik had veel regen verwacht (5 van de 7 dagen regen zoals gezegd), maar blijkbaar had ik net de 2 van de 7 waarbij geen regen was. Want het was bijna perfect weer, zonnetje, beetje bewolkt, maar geen regen! Ik kwam op een

Mt Luxmore, mijn laatste bergtop van NZ

gegeven moment boven de boomgrens en toen had ik uitzicht over de gehele Fiordlands en dat was wel heel erg mooi.

“There is a pleasure in the pathless woods
There is a rapture on the lonely shore
There is society, where none intrudes,
By the deep sea, and music in its roar,
I love not man the less,
but Nature more… “

-Lord Byron

Dat verwoordde het wel een beetje! Na het laatste avontuur in de natuur had ik toch wel veel spierpijn dus geen zin meer om nog veel te gaan wandelen. Ik ben toen naar Oamaru gereisd (de andere kant van het eiland) om daar op penguin-jacht te gaan. Ik heb er 1 gezien vanuit een verrekijker en 1 die zo snel mogelijk over het strand naar zijn slaapplek

De Fiordlands

probeerde te komen. Maar het was nogal ver weg. De bordjes in het dorp waren leuker!

Toen was het tijd om naar Christchurch te gaan, het vliegtuig ging over 2 dagen. Maar….. ik wilde niet aan die oostkust blijven. Het was daar wat drukker en weinig plek om een mooie slaapplek te vinden. Dus omdat het toch nog even kon heb ik een klein avontuurtje erbij geplakt: zeker de moeite waard! Lake Tekapo. En als je foto’s ziet of zoekt van dat meer, de kleur is niet gefotoshopped, het is echt die kleur! En het is weer een totaal ander gebied dan al die andere gebieden die ik heb gezien op het zuidereiland. Nieuw-Zeeland blijft me verbazen!

De blauwe meren 🙂

Daarna moest ik toch echt naar Christchurch gaan, waar alle backpackershostels en het centrum gesloten zijn door de aardbeving, het er allemaal een beetje triest uitziet en waar er flink wat huizen in puin liggen. Gelukkig was ik er maar 1 dag. Maar God heeft daar nog wel een levende kerk want er waren best wat publieke boodschappen met bemoedigingen erop. Zoals een kaartje waarop de tekst stond die ik hier boven heb gequote (sunshine is happiness, rain is the start of something new) en de kerken hier zijn heel erg actief bezig om Christchurch te helpen en dat zie je. Zo kreeg ik nog een mooie quote mee van 1 van de kerken daar (die stond op een groot bord naast een kerk) toen ik wat plannen aan het maken was in mijn hoofd voor Australie, Hawai en dergelijke:

Lake Tekapo 🙂

“Write your plans in pencil, then give God the eraser”

Dus dat heb ik toen maar gedaan in pencil, de komende jaren zullen uitwijzen wat God weg gaat vegen! En de plannen in pencil voor Australie zijn als volgt:

– Cairns (duiken + skydiven)
– Sydney (Hillsong + Blue mountains)
– Melbourne/Kangaroo Island?

Op dit moment ben ik Cairns en zal ik volgende week wat meer typen over Australie, want deze blog is al lang genoeg!

“Write your plans in pencil, then give God the eraser”

under: Reisverhalen

Romeinen 1:20
” Zijn onzichtbare eigenschappen zijn vanaf de schepping van de wereld zichtbaar in zijn werken, zijn eeuwige kracht en goddelijkheid zijn voor het verstand waarneembaar.”

Van Noord naar Zuid met de boot!

De morgenstond, heeft goud in de mond. Dat heb ik gelukkig meerdere malen mogen ervaren hier. Ik denk dat ik nog nooit zo vaak vroeg ben opgestaan, maar ook nog nooit zo vaak zoveel moois heb gezien in de morgen.

Ik was gebleven in het noordereiland, maar ondertussen ben ik al bijna 2 weken op het zuidereiland. Ik heb de ferry van Wellington (de hoofdstad) naar Picton genomen en in Picton dan ook echt een auto gehuurd. Voor 17 dagen. Op de boot van Wellington naar Picton bekroop me wel een raar gevoel, een beetje een onbestemd gevoel. Alle toffe contacten en avonturen van de 5 weken op het noordereiland ga ik wel achter me laten en weer een heel nieuw avontuur in! En er wonen zeer weinig mensen op het zuidereiland + in de auto = meer alleen zijn.

Nieuwe auto

Het begon al goed moet ik zeggen, want ik ben naar Queen Charlotte Sound gereden, waar ik een nachtje heb gekampeerd. Het regende maar ik was niet echt bang, ik heb een goede tent. In de ochtend werd ik wel vroeg wakker, want mijn tent werd bijna weggeblazen. De wind was echt enorm hard, zelfs toen ik in de auto zat bewoog de auto regelmatig door de windstoten. Ik heb nog een paar uur in mijn tent gewacht tot het droog werd, maar na 3 uur gaf ik het op. Dus het natte spul in de auto gegooid en weg rijden. Rijden? Nee. Auto startte niet. Zit ik daar in de middle of nowhere (gelukkig had ik bereik, want op veel plekken heb je geen bereik hier) met een kapotte auto en natte tent. En keiharde regen. Gelukkig….3 uur later kreeg ik een nieuwe auto van de huurmaatschappij dus dat was relaxed!

De morgenstond heeft goud in de mond

Vanaf toen ging het allemaal een stukje beter en was het ook mooi weer. Ik ben naar het Abel Tasman Park gegaan om daar de stranden en zee te aanschouwen. Het is (uiteraard) vernoemd naar Abel Tasman, de Nederlandse ontdekkingsreiziger die dacht niet zoveel aan Nieuw-Zeeland te hebben, maar het wel leuk vond het een Nederlandse naam te geven (Statenlandt). Daarna is het veranderd naar Nieuw-Zeeland, ook Nederlands! Daar heb ik wat goud in de morgen gezien en heeft God weer een een mooie zonsopgang getekend! Ik ben vlak daarvoor wat Israelieten (waren ook joden) tegen gekomen die heel goedkoop door NZ reisden. Ik heb ze gevraagd of ze in de messias Jezus geloofden, dat deden ze niet helaas. Wel geloofden ze in een bijbels feest waar je de hele dag alcohol moest drinken om blij te zijn. Weet een van jullie welke dat is, haha?

Abel Tasman Park

In het park heb ik wel 33 km gewandeld in 1 dag, met in totaal 1200 hoogtemeters, dus ik was best wel moe de dag erna. Ik had nog een avontuur vlak voordat ik bij een hele toffe hut aankwam; ik zal jullie de details besparen, maar 2 tips geven waardoor je denk ik weet wat ik bedoel. Tips

1. Neem altijd WC-papier mee als je (alleen) de wildernis in gaat.
2. Span jezelf niet te snel in nadat je aardig wat gegeten heb, maar laat je eten even zakken.

Daarna voelde ik me natuurlijk wel even opgelucht!

De shelter in het park

Na het avontuurlijke Abel Tasman ben ik naar het rustieke Kaikoura gegaan. Nou ja, rustiek. Veel wind, zeer mooi landschap (precies tussen de blauwe zee en hoge bergen in) en veel wilde dieren. Zo liggen er bijvoorbeeld een hoop zeehonden gewoon naast de weg op parkeerplekken. Ik ben daar 2 dagen gebleven en een nacht geslapen in het hostel “Lazy Shag”. Lazy was ik wel, de shag heb ik maar even achterwege gelaten :-). Ik wilde daar een walvistour doen, maar doordat het 24 uur achter elkaar regende (nog erger dan het begin), ging het niet door. Gelukkig wel mooi uitzicht gehad en wat zeehonden gezien!

Regen....

Na Kaikoura ging ik de bergen in, op naar Arthur’s Pass. Een lange weg die het oosten met het westen aan elkaar verbind. Recht door de bergen. Majestueus die toppen! En de leegte van het gebied. Ik heb daar in de auto geslapen en toen was het zelfs behoorlijk koud. Ze hadden de nacht ervoor 0 graden gehad! Ik blij dat ik in de auto he

Southern Alps vanaf Avalanche Peak

b geslapen. Maar de dag dat ik ging hiken (een bergtop van 1880m) was het gelukkig goed weer. En dus uitzicht over de gehele Southern Alps. De Avalanche Peak (vind ik wel een mooie naam) was een beetje gevaarlijk op het einde, maar over het algemeen goed te doen. En nog leuke mensen ontmoet op de top!

Limestone formatiesde Arthurs Pass!

Na 2 dagen was het weer tijd om door te gaan en met de auto gaat dat wel makkelijk. Dus ik ben door gereden naar de Franz Josef glacier (gletsjer) om daar 1 van de grootste gletsjers van Nieuw-Zeeland, met een lengte van ongeveer 12 kilometer. Hij heette vroeger Ka Roimata a Hine Hukatere (tranen van het lawine meisje). Het is de Maori legende dat een meisje haar geliefde heeft verloren op deze berg doordat hij naar beneden viel. Haar stortvloed aan t

Alex Knobb met Frans Jozef

ranen bevriezen in de gletsjer… Goed, toen de Europeanen hier voor het eerst kwamen (Julius von Haast) werd natuurlijk alles anders en nu is het een toeristisch oord van heb-ik-jou-daar. Die Haast heeft het vernoemd naar de Oostenrijkse koning Franz Josef, die destijds koning was. Je leert nog wat van de Europese geschiedenis hier!

Arthur's Pass

Na het bewandelen van de Alex Knobb (een heuvel in de buurt van 1300m met uitzicht op de gehele gletsjer) ben ik in rustig tempo doorgegaan naar de Haast Pass. Vernoemd naar die eerder genoemde Julius von Haast. In die Pass, voelde ik me een beetje alleen. Ik heb ongeveer 150km gereden en ongeveer 10-20 auto’s gezien. Het is leeg, groots en overweldigend mooi hier. Het maakte me klein en nederig. Wel bijna eng om dat zo te voelen.

Op dit moment zit ik in Wanaka, een stukje drukker, en ga ik vanmiddag naar Queenstown. Na Christchurch de grootste stad in het zuiden van het zuidereiland. Een hoop actie (skydive, bungyjump, raften, canyoning, mountainbike) is hier te beleven en ik ga proberen een canyoning-trip te doen. Dat is een beetje bescherming, wetsuit (drysuit?), enz en je wordt in de canyon gedropt! Ben benieuwd…

Met Frans op de achtergrond

Als het nog lukt ga ik volgende week ook de Kepler Track doen (een meerdaagse tocht door de Fiordlands hier), maar mijn schoen is een beetje kapot. Dus die moet eerst gemaakt worden, anders ga ik niet lopen, want het is enorm nat hier. 5 van de 7 dagen regen. Ruim 7000mm per jaar! Vergeleken 700 tot 900 in Nederland. Dan klagen wij toch wel een beetje om niks, toch?

En volgende week ga ik al naar Australie…..

Moeilijk moeilijk om de top te bereiken... Krijg er een baard van!

Doei!

under: Reisverhalen

Ngauruhoe, Ruapehu en Taranaki

Posted by: | 27 February 2011 | 6 Comments |

“Hoe talrijk zijn uw werken, HEER.
Alles hebt u met wijsheid gemaakt”

Psalm 104:24

Probeer die namen maar eens goed uit te spreken! Elke keer deze week als ik mijn plannen aan iemand vertelde struikelde ik weer over die namen. En meestal na 3 of 4 pogingen begrepen de mensen me dan eindelijk. Deze drie bergen wilde ik beklimmen deze week, en mijn doel was ook in 1 week. Gelukkig werd het in 4 dagen!

Tonga = wind, Riro = weggedreven. Hier is veel weggedreven wind!

Vorige week was ik nog gebleven bij het naar rotte-eieren-stinkende Rotorua. Via mijn vorige adres had ik een nieuw adres gekregen in Rangataua, een plaatsje vlakbij Okahune. Daar woonde de familie Brignoll en die hebben mij hartelijk ontvangen en de hoogste vulkaan (en berg) op het noordereiland hebben zij in hun achtertuin: mt Ruapehu. Een perfecte uitvalsbasis voor de plannen van deze week! Ik had in mijn hoofd om de wereldberoemde Tongariro Crossing op dinsdag te doen (met ondere andere mt Doom van de Lord of the Rings) en de Ruapehu op woensdag te doen. En als het dan allemaal mee zat om Taranaki op vrijdag te doen.

Uitzicht vanaf Mt Doom op Ruapehu

Familieperikelen

Deze drie bergen hebben allemaal een historie, volgens de Maori. Ze hebben alledrie (ook al ligt Taranaki 300km verderop) wat met elkaar te maken en dat komt door het volgende. Ze waren namelijk allemaal familie van elkaar. Ze behoorden tot dezelfde stam. Allemaal woonden ze gelukkig samen in het midden van het noordereiland. Maar, Taranaki moest vluchten. Vluchten omdat hij gesnapt was met Pihanga, de mooie vulkaan vlakbij Lake Taupo. Pihanga was namelijk de geliefde van mt Tongariro.

Taranaki in zijn majestueuze eenzaamheid

En dat kon natuurlijk niet. Terwijl Taranaki naar het zuiden vluchtte (de een zegt om de vrede te bewaren, de ander zegt uit liefdesverdriet) liet hij een groot litteken in de aarde achter: de Whanganui river. Een rivier van wel 290 kilometer lang. Taranaki verblijft hier in zijn majestueuze eenzaamheid, waar hij zich soms verschuilt achter een wolk van tranen. De Maori willen het gebied tussen Pihanga en Taranaki niet te veel bewonen, omdat ze de hereniging tussen deze twee geliefden niet willen verstoren.

The fellowship naar Mt Doom

Dat is dus geschiedenis waarin je loopt. Zo indrukwekkend als de creativiteit van het verhaal is, des te indrukwekkender is de creativiteit van de Schepper van dit gebied! De Tongariro Crossing is een wandeling van 19.4km door bos, vulkaan, blauwe meren, een soort van woestijnachtig plateau en felrode kraters. Hij wordt erg veel bewand

Mt Doom!

eld, maar dat is ook wel terecht. Ik ben tussendoor (dat is een zijtripje die door weinigen gedaan wordt) mt Doom opgestruikeld. Opgestruikeld, omdat er eigenlijk alleen maar gruis, gravel en steen ligt, wat zich makkelijk verplaatst. Nu snap ik waarom Frodo elke keer struikelt in de laatste versie van Lord of the Rings….Naar beneden is het erg vermakelijk (gaat lekker snel), maar naar boven zwaar. Maar zeker de moeite waard, want ik had uitzicht op de Ruapehu, die ik de dag erna ging doen!

De incredibly rode krater!

Onderweg kwam ik nog een gekke fransman tegen, die nog een zijtripje erbij deed en echt teveel energie had. Hij was de enige die mij heeft ingehaald in de hele trip, want verder was ik alleen maar mensen aan het inhalen. Maar die jongeman had ook al de Mt Blanc gedaan en deed rugby, fitness en voetbal tegelijk ofzo.

Bij de rode krater

“Kia tau au hi runga o Ruapehu”

Na deze dag had ik wel een beetje spierpijn, maar ik had geluk want de Ruapehu was een makkelijkere beklimming. Je kan er namelijk voor kiezen om tot 2100m gebracht te worden met een skilift, omdat het in de winter een skigebied is. Dus na de spierpijn van de dag ervoor heb ik daar maar toch voor gekozen. Eigenlijk dus een simpel dagje. Niet helemaal, want de route moest je zelf uitzoeken, die stond niet gemarkeerd. Gelukkig had ik naar de top toe helder

Blauwe meertjes bij Tongariro

weer, want anders was ik verdwaald. Terug kwamen namelijk de wolken inzetten en kon je niet meer dan 10/15 meter zien. Maar op de top was het echt onbeschrijflijk mooi! Ik heb nog nooit zo’n mooie top gezien, ook niet bij de Tongariro Crossing de dag ervoor: nog een veel mooier groot blauw kratermeer, een stuk of 6 toppen van boven de 2600m en een kratergebied van wel 20 bij 20 km! En je hebt het gevoel dat je op de maan loopt met het zwarte as. Ik heb hierdoor de echte hoogste top niet gehaald, want daarvoor moest je ‘m van de andere kant beklimmen. Het kratermeer zat ertussen en daarvoor had ik zeker nog 3 a 4 uur voor nodig om omheen te klimmen. Dus dat komt de volgende keer wel! Op de terugweg las ik in het informatiecentrum de bovenstaande zin wat betekent: Ik sta op de Ruapehu.

Blauwe kratermeer

Het maanlandschap op Ruapehu

Na 3 nachten bij de familie Brignoll te hebben geslapen ging ik donderdag liften richting nummer 3: mt Taranaki. Na een aantal foto’s gezien te hebben hoopte ik dat deze het mooiste weer zou opleveren, omdat het een bijna perfect symmetrische vulkaan is. En het uitzicht vanaf deze berg supermooi kan zijn. Ik kwam donderdagmiddag rond 5/6 uur aan en was dus perfect op tijd om de volgende dag te beginnen met de klim. Ik had mijn tas weer terug dus ik kon een mooi plekje gaan zoeken met mijn tent. Op het parkeerterrein afgezet en vanaf daar is het volgens de bordjes een 8-10 uur summit-klim. En wie kwam ik tegen op het parkeerterrein? Die gekke fransman! Hij had ‘m die donderdag al gedaan! In 3 uurtjes naar boven en 2 uurtjes terug.

Mijn slaapplek onder Taranaki

Toen ik eenmaal ‘s avonds rond 8 uur een mooi plekje had gevonden ben ik gaan slapen en had het idee om 4 uur op te staan. Want in de bergen is het vaak ‘s ochtends rustig en helder. Sommigen weten hoe snel ik ben in de ochtend, dus ik had express om 4 uur ook mijn wekker gezet zodat ik zeker op tijd zou zijn. Maar, in Nieuw-Zeeland heb ik blijkbaar nieuwe krachten, want om 5 uur was ik al aan het lopen met een ontbijt in mijn maag, tent en slaapzak netjes ingepakt, genoeg spullen en water om te overleven en een uil die mij bewonderde in het nachtlicht. En het was helemaal helder!! Ik kon gewoon op maanlicht lopen, zonder koplampje… Een hele bijzondere ervaring was dat rond 7 uur (ongeveer 2 uur later, dus ik was al lekker hoog) de zon opkwam met uitzicht op de familie Ruapehu en Mt Ngauruhoe (dat is mt Doom)! Ik voelde zoveel blijdschap:

Psalm 19:4-6
“In the heavens a tent
is set up for the sun.
It rises like a bridegroom
and gets ready like a hero
eager to run a race.
It travels all the way
across the sky.
Nothing hides from its heat.”

A leap for joy!

En ik voelde me ook wel een beetje een hero die zijn race graag wilde rennen, want ik was de eerste onderweg en bereikte ook als eerste de top op die dag rond half 9. De Ruapehu mag dan de mooiste krater hebben: dit was zeker de mooiste klim ooit die ik heb gedaan! Net zoals op mt Doom een beetje gravelstukjes, maar daarna ook nog een mooi klauterstukje dus dat was zeker de moeite waard. In totaal deden geloof ik zo’n 30 a 40 mensen de top dus lang niet zo druk als op de Tongariro Crossing. Ik was uiteindelijk precies op tijd met het weer, want rond 11 uur kwamen de wolken en kon je net zoals op de Ruapehu niet meer dan 15/20 meter zien. Gelukkig dat ik die nieuwe ochtendkrachten heb gekregen!

Inside de krater van de Taranaki

Op de top van Taranaki

Op de top (want daar heb ik ongeveer 2 uur gebivakkeerd) nog een Duitser, een Let en een Australier tegen gekomen en mee gepraat en kwam ineens op het idee om even alle nationaliteiten op een rijtje te zetten waar ik al mee gepraat heb (dus nog niet eens gezien). Om te laten zien dat het hier een mix van culturen en nationaliteiten is, ik heb al gepraat met mensen uit: Holland, Duitsland, Frankrijk, Engeland, Canada, Zweden, Japan, Argentinie, Schotland, Letland, Oekraine, Australie, Amerika, Italie, Zwitserland, Zuid-Afrika, Schotland en natuurlijk Nieuw-Zeeland.

Op dit moment ben ik bij de familie Apperley (die heb ik ontmoet bij het Parachute festival) en ze hebben 3 schattige kinderen! Daar relax ik nu 2 dagen en ga maandag naar het zuidereiland. Daar heb ik dan nog ongeveer 3 weken (veel te kort!) dus misschien ga ik een auto huren.

De Apperleys!

Ik probeer Christchurch zoveel mogelijk te mijden, omdat ze daar nog vol in opbouw/verwerking zijn van het drama, ik hoorde dat er nu al meer dan 100 doden zijn. En doordat er maar 4 miljoen mensen in heel Nieuw-Zeeland wonen, hebben veel mensen wel een kennis of familielid in de stad. Tragisch. Maar ik moet er wel naartoe, omdat ik op 20 maart van daaruit vertrek naar Australie.

Gegroet! (en voor foto’s; ik heb nog meer foto’s geplaatst op http://picasaweb.google.com/jellehanswijk/)

“Hoe talrijk zijn uw werken, HEER.
Alles hebt u met wijsheid gemaakt”

Psalm 104:24

under: Reisverhalen

Plenty of Kiwi-kindness!

Posted by: | 21 February 2011 | 6,575 Comments |

“The core of mans’ spirit comes from new experiences.”

Bij de waterval

En dat waren er weer een hoop afgelopen week!

Afgelopen week heb ik een hoop ‘kiwi-kindness’ gezien, onder andere in de Bay of Plenty! Na het hawaiaanse Paihia ben ik naar het zuiden gegaan. Helaas heb ik mijn duikcertificaat niet gehaald, want ik had de tweede keer nog steeds heel erg veel last van mijn oren. Ik kwam niet verder dan 6 meter. En je moet alle oefeningen doen op 12 meter, dus dat gaat niet echt werken dan. Erg jammer. Maar ik heb wel wat geld teruggekregen om het ergens anders af te maken (Zuidereiland, Australie, of ergens anders…). Ik heb in ieder geval de theorie en de 1e zwembadsessie goed afgerond.

3 andere jongens bij het hostel in Paihia hadden hetzelfde shirt!

Over de kiwi-kindness: van Paihia naar Papamoa (een toeristisch schiereiland aan de oostkust van Nieuw-Zeeland) heb ik gelift in ongeveer 8 uur. Het is een afstand van zo’n 450km en je mag op de wegen hier meestal maar 80 of 100 rijden dus het gaat allemaal wat langzamer. Ik heb wel een record gezet, want ik moest 1 keer ongeveer 1 uur en 20 minuten wachten. En dat is tot nu toe mijn langste wachttijd hier! Normaal gesproken ben ik binnen 15 a 30 minuten weg en heb ik een lift. En tot nu toe ben ik overal op mijn gewenste ‘destination’ afgezet. Over kiwi-kindness gesproken.

Eenmaal in Papamoa aangekomen ben ik 2 dagen bij John (een man van in de 50) gebleven. Ik had hem ontmoet bij het Parachute festival en hij had me daar al uitgenodigd. Even lekker ontspannen in een huis, een 2-persoonsbed, goed ontbijt, goede lunch (Burger King) en goed avondeten. En goede gesprekken. We hebben ook nog samen 2 dvd’s van de spreker van Parachute bekeken: Louie Giglio (probeer de naam niet teveel te veranderen). Dus goede geestelijke voeding! Hij heeft me rondgeleid door Papamoa en allemaal leuke contacten op gedaan. Ik heb rondgelopen op een kiwiveld, wel duizenden kiwi’s! Helaas niet geplukt of gegeten, ze waren nog niet rijp. Ongeveer 5km van Papamoa is de Kiwi-capital van Nieuw-Zeeland. Enorm veel kiwivelden hier!! Wat ik niet geplukt, maar wel gegeten heb is passievrucht. John had een vriend die passievruchten verbouwt en ik mocht er eentje proeven; delicious!

Passievrucht

Kiwi's!

Daarna hebben we nog wat rondgelopen bij de YWAM basis, een christelijke ‘base’ waar ze ook bijbelstudies organiseren, maar ook een halfjaarlijkse bijbelschool (voor de kenners: DTS). In een supermooie omgeving!

Na 2 nachten daar geslapen te hebben was het toch wel eventjes lastig om afscheid te nemen, hij was een soort opa voor me geworden, haha! Hele aardige man, en we konden goed met elkaar overweg. Wat op het eind nog wel leuk was, was dat hij een kennis had in de buurt van Tongariro national park, het park waar onder andere de vulkaan Mt Doom van Lord of the Rings is en waar ik de komende dagen wil gaan wandelen. Ze was een dochter van goede vrienden van hem, en terwijl we naar die ouders toe gingen om te vragen of ze daar nog woonde, was ze er zelf! Dus ik werd gelijk uitgenodigd om daar te komen slapen en strategisch ook heel handig voor het park, ik kan vanuit hun achtertuin bij wijze van spreke de bergen zien. Een enthousiaste vrouw van ongeveer 40, haar man nog niet ontmoet. John noemde het een “divine appointment”. Haha, amen!

Strand bij Papamoa

Dat was de Bay of Plenty. Dat heet trouwens de Bay of Plenty omdat James Cook in deze Bay alles kon vinden wat hij nodig had om te overleven. En dat is wel te zien: je hebt er eindeloze stranden, veel groen, een flinke heuvel en veel kiwi’s! Die waren er in zijn tijd alleen nog niet… haha, maar is wel leuk om te bedenken. Even verderop is de Poverty Bay en je kan wel raden waarom denk ik.

Goed, als tussendoortje ben ik van het weekend naar Rotorua geweest. Een heel toeristische plaats, waar het naar rotte eieren ruikt. Dat komt door de vulkanische activiteit hier. Er zijn een hoop geijsers, warme thermen en ander vulkanisch spul. Dus een apart luchtje… Maar wel supertof om te zien. Ik heb me daar ook een beetje als toerist gedragen, want ik heb daar nogal wat geld uitgegeven.

Therm in Rotorua

Ik ben naar een Maori-concert geweest, waar ze (uiteraard) de traditionele haka deden. Maar ook een aantal andere rituelen. Toen ik zat te kijken naar de ‘groet’ van de Maori naar een vreemd persoon of andere volken werd ik toch wel een beetje bang. Stel je voor; je ziet ze zo doen (grote ogen, tong uit de mond) terwijl je een ontdekkingsreiziger bent en nog nooit donkere mensen hebt gezien. Best freaky. Ze speelden het dus aardig goed! Na dat concert heb ik me volgegeten met traditioneel Maori-voedsel genaamd “hangi”. Niet zo heel lekker vond ik, vooral veel droge aardappelen en droog vlees, maar vult wel lekker. 🙂

Bubbelend modder in Rotorua

Op zondag ben ik naar de Rotorua Baptist Church geweest en een mooie dienst gehad. Ik dacht 8 van de 10 liederen die ze deden hebben wij ook met de band gespeeld dus erg herkenbare worship, heerlijk! Daarna uitgenodigd door “Dean” voor lunch. Hij had ‘snapper’ gevangen, een populaire vis in Nieuw-Zeeland. Hij heeft een boot en was van het weekend wezen vissen en heeft mij wat van zijn vangst laten genieten! Erg lekkere vis. Kon maar kort, want ik ging die middag ook al raften. Druk druk druk.

Dat raften was wel even een andere ervaring. Er zat namelijk een ‘drop’ van 7 meter bij. Daar werd ik toch wel even nerveus van. En naar aanleiding van wat foto’s (allemaal rafts die omgaan), werd ik nog wat nerveuzer. Maar we kregen uiteraard goede instructie. En uiteindelijk gingen wij als enige van de 2 rafts helemaal perfect (de andere ging om) naar beneden en ben ik zelf geen een keer uit de boot gevallen. Een aantal andere in onze boot wel!

Na het hele toeristische Rotorua ben ik aangekomen in Okahune. Het liften ging een beetje (te) snel: ruim 200km in 3 uur gedaan. Gewoon een normale rit dus. Okahune is een klein dorpje aan de rand van het nationale park Tongariro. Waar ik de komende 2 dagen 3 toppen wil beklimmen. Eentje van 2797 meter: Mt Ruapehu, een andere is Mt doom, ofwel Mt Ngauruhoe. Vraag me niet hoe je die namen moet uitspreken. Maar het ziet er tof uit hier.  Ik laat wel weten hoe het eruit ziet na deze 2 dagen!

Oja en ik heb mijn tas eindelijk!!

De 7 meter vrije val!

🙂

under: Reisverhalen

Older Posts »

Categories