“I see Your face in every sunrise
The colors of the morning are inside Your eyes
The world awakens in the light of the day
I look up to the sky and say
You’re beautiful
I see Your power in the moonlit night
Where planets are in motion and galaxies are bright
We are amazed in the light of the stars
It’s all proclaiming who You are
You’re beautiful, You’re beautiful”
Sommige teksten uit liederen zeggen precies wat je meemaakt of voelt. Zo ook dit nummer van Phil Wickham – Beautiful, onder een sterrenhemel in Nieuw-Zeeland.

Australie, Mission Beach
Maar Nieuw-Zeeland is al verleden tijd, ik ben nu Australie. Alweer bijna 3 weken! Ga ervoor zitten, pak er een kop koffie of thee bij, koekje of iets anders lekkers, want dit wordt een lange blog!
Ik heb nog niets geschreven over de avonturen in Australie dus moet weer even diep graven in de herinnering van hoe ik hier kwam. Via Christchurch naar Sydney. En Sydney zou eigenlijk een lange vliegveldnacht worden, omdat ik van 5 uur ‘s middags tot 6 uur ‘s ochtends de volgende dag moest wachten op mijn vlucht. Ware het niet voor Hillsong! Om 6 uur was ik aan het internetten op mijn iPod en zag op de Hillsong-website dat er een dienst was om 7 uur. Op het moment dat ik dat zag twijfelde ik niet en probeerde zo

Sydney vanuit de lucht
spoedig mogelijk het centrum van Sydney in te komen met een veel te dure taxi. Om 18.45 werd ik afgezet in hartje Sydney en tussen alle goed geklede, moderne mensen kwam ik aanlopen met mijn backpack en bergschoenen. Desondanks (of misschien wel dankzij) werd ik vriendelijk begroet en kon ik de ‘booming-business’ van Hillsong aanschouwen. Voor degenen die Hillsong niet kennen: het is een megakerk, met megagoede muziek en megaveel energie! Dus van een duf, wachtend vliegveldleven was ik ineens in de energie van deze kerk, geweldig! Hele mooie ervaring en leuke mensen ontmoet, die ik misschien dit weekend weer ga zien.
Na het bliksembezoek rustig met bus en trein terug gegaan naar het vliegveld en gewacht. Op naar Cairns, een toeristische stad die compleet gefocused is op het Great Barrier Reef, tours door de tropen en het feestende backpackersleven. Leuk voor een paar dagen, maar niet echt mijn plek. Gelukkig kon ik dan ook al snel een skydive trip boeken en proberen mijn duikcursus af te maken in misschien wel het mooiste duikgebied ter wereld. Het werd een week duiken, hetzij in de lucht, hetzij onder water. Maar ik was een beetje bang voor mijn oren, omdat die de vorige keer niet mee wilden werken. Eerst de skydive, missie nummer 1.

Leguaan van ongeveer 2 meter lang, Mission Beach
Skydiven is uit een vliegtuig springen met een complete vreemde aan je vastgeknoopt die voor jou op dat moment je enige uitweg en redding is, omdat diegene de parachute met zich meedraagt. Ik deed de sprong vanaf 14,000ft wat ongeveer 4200m hoog is en we zouden gaan landen op Mission Beach. Mission Beach is een dorpje aan witte stranden, blauwe zee en tropisch regenwoud. Alleen een paar weken ervoor getroffen door cycloon Yassi, waardoor het een nogal verlaten oord is geworden. Later meer over de cycloon. Nadat je in een bus (gelukkig met airco!) naar het mini vliegveldje gereden wordt, wordt je in een klein vliegtuigje gepropt, met 7 anderen. Je kan even genieten van het uitzicht over de tropen, de zee en de omringende eilandjes. Maar, eigenlijk ben je daar niet mee bezig. Je ziet jezelf hoger en hoger klimmen door de wolken en doordat ik het plekje bij de uitgang had, zie je ook nog eens binnen een halve meter dat je er ook gewoon echt uit kan springen. Hoe zou dat zijn? Gewoon springen. Er gaat een oranje lampje branden en dat betekent dat je je klaar moet maken om te gaan springen. Ik kijk naar beneden en denk: “Wat? Springen?”. Het rode lampje gaat aan, er komt een hele hoop lawaai en wind in het vliegtuig en “Whops”. Waaaaaaaaaa!! Wat is dit?!?!!?!?! Binnen luttele seconden vlieg je met een noodgang gewoon snoeihard richting aarde. Met een oude man van 50 op mijn rug. Mond open van het schreeuwen en ogen fijngeknepen door de wind zie je de felblauwe zee steeds dichter bij komen en denk je: “Gaat er nog een parachute komen?” “Nee, gewoon genieten, schreeuwen en lachen!!”
Na 60 seconden vrije val kom je in een oase van rust, met de parachute boven je hoofd en piepende, gierende oren van het hoogteverschil. Wow. Wat is dat een adrenaline-kick! Ik mocht even sturen met de Parachute en nog voor 5 minuten genieten van het uitzicht. Gelukkig duurde het niet veel langer dan 5 minuten voor mijn edele delen, na 5 minuten edele deeltjes. En voor je het weet land je perfect zacht op Mission Beach en kan je alleen nog maar glimlachen, je hoofd schudden en denken: ongeëvenaard.

De Kangaroo Explorer, Great Barrier Reef
Missie nummer 1 in Cairns ging veel te snel voorbij en gelukkig was er nog missie nummer 2: het duiken. Eigenlijk vond ik dat spannender dan het skydiven, want ik wist niet of mijn oren het wel zouden houden. Wat nu als ik weer tot 6 meter kom en niet met de groep mee kan? Ik had al geboekt voor 2 dagen aan boord van een duikboot. Zou ik dan 2 dagen niets doen? Of gewoon door de pijn heen duiken en riskeren dat mijn trommelvliezen kapot gaan? Na de medische check bleek alles oke te zijn, maar dat was het vorige keer ook. Dus ik heb bij de apotheek wat duikpilletjes gehaald op advies van wat andere duikers en de apotheek zelf. Jazeker, de apotheker! Benieuwd of het gaat helpen.
De Kangaroo Explorer was de boot waarop ik 2 dagen en 1 nacht zou verblijven. Een redelijke boot met ongeveer een capaciteit van 50 man. Een stuk of 20 mensen die op de boot werken en fulltime bezig zijn of met duiken, of met koken, of met de boot schoon houden. Nou ja, eigenlijk allemaal met duiken dus. Bijzonder wereldje en leven op zee, sommigen blijven een week op de boot, krijgen 2 dagen vrij en gaan dan weer een week op de boot. Ik was met een groep van 6 anderen om de open water dive course af te ronden, waardoor je tot 17.9 meter mag duiken. Het ging allemaal vrij snel dus voordat ik het wist lag ik al in het water en gingen we via het touw naar beneden om op ongeveer 12 meter proberen te komen op het zand. Na een hele langzame afdaling, was ik op 11 meter, zonder problemen! Prijs de Heer! En de apothekers (Pieter-Jan van Hartingsveldt :)! Helaas werd die duik afgebroken door wat stomme fouten van mij en de gehele groep, het was namelijk chaos. Niemand bleef bij zijn of haar buddy en dat is eigenlijk regel nummer 1: blijf bij je buddy! Gelukkig heb ik na die duik in alle rust en met wat horten en stoten mijn duikcursus kunnen afronden.
In onze eerste echte duik hadden we gelijk al een schildpad, haai en nemo (clownfish) gezien! Zoals het er op tv in de documentaires uitziet, zo ziet het er ook uit als je daar in het water zweeft. Awesome!

Het zwembad in Cairns
Voor, tussen en na deze twee geweldige ervaringen, heb ik Martijn een aantal keer ontmoet, de Nederlander waar ik mijn reis mee begon in Auckland. Ze hadden zijn tas toen ook verloren op het vliegveld. Echt een toffe ontmoeting om elkaar weer te zien na 2 maanden Nieuw-Zeeland! We konden onze ervaringen delen en nieuwe wijsheden en inzichten met elkaar bespreken. In het Nederlands. 🙂
Ik had genoeg van Cairns maar wist niet zo goed wat ik de rest van de 2 weken moest doen. Het was erg warm (30/35 graden met 90% luchtvochtigheid) dus ik was een beetje gedemotiveerd om ergens naartoe te liften. En naar een andere plek gaan was duur. De kosten beginnen na alle avonturen toch wel een beetje mee te spelen. Want ik heb nog een mooi (duur) avontuur in Alaska voor de boeg! Dus ik voelde me een beetje opgesloten. Na 2 dagen niks doen, besloot ik toch om weer een nieuw avontuur in te gaan; liften naar de outback.
De outback zoals ik het me voorstelde is een grote, rode woestijn, met eigenlijk niks. Op wat rotsen, wat digeridoo-spelende aboriginals en kangaroo’s na. Al snel zou blijken dat dit een verkeerde voorstelling was. Ik ging in Cairns met mijn duim staan om 1200km te liften naar Mt Isa, een stad in de outback. Ik had me voorgenomen om 3 dagen te liften, 2 dagen daar te blijven en 3 dagen terug te liften, omdat ik maar anderhalve week had om weer mijn vlucht van Cairns naar Sydney te pakken. Ik had wat negatieve verhalen over liften gehoord in Australie, waardoor ik een beetje afgeschrikt werd, maar later bedacht ik me dat ik dat overal hoor

Country Music City - Charters Towers! Howdiehow!
over liften. Mensen zijn wantrouwender aan het worden. Het enige waar ik me een beetje zorgen over maakte was het water, dus ik had ongeveer 5/6 liter water mee. Je weet maar nooit in de woestijn! Aan de oostkust ging het liften erg goed. Ik moest namelijk eerst nog een stukje naar het zuiden voordat ik rechtstreeks naar het westen zou gaan. 350km naar Townsville in een paar uur dus ik had de ‘liftspirit’ weer te pakken! En mijn gevoel voor avontuur terug 🙂
Toen de lange, lange zit van Townsville naar Mt Isa, een stuk van ongeveer 900km. Ik werd al snel uit het centrum van Townsville gebracht en ik was binnen een paar uur in Charters Towers, een stad die bekend staat om haar goudmijnen. En ” Country Music City”. Ik had de moderne oostkust achter me gelaten en kwam in het Wilde Westen van Australie! Tot ik in het gehucht Pentland aankwam. Een heel klein dorpje, met 300 inwoners, maar zo goed als geen activiteit. Een postkantoor, caravanpark en een schuur met kunst vulden het centrum. En naast actieve tropische vogels, geen mensen. Wel aardig wat auto’s en trucks die voorbij reden, maar….geen mensen. En een lange weg. En aardig wat auto’s en trucks die voorbij reden. Maar…twee mensen die voorbij sjokken. En behoorlijk wat auto’s en vrachtwagens die voorbij reden. En een trein! Zoals je merkt val ik in herhaling, en dat komt omdat ik daar ruim 10 uur gewacht heb. Dat is dus liften in de outback! Ik heb nog nooit zo lang gewacht op een lift, en je zou denken dat het afzien was in de hitte, maar het was er 23 graden met miezerregen. Dat is dus liften in de outback!

Pentland, 10 uur wachten.
Eigenlijk had ik na 7 uur wachten al besloten om de enige bus die per dag gaat te nemen, terug naar Townsville. Ik had er al overnacht in het caravan park en stond de volgende dag van 9 tot 3 te wachten. Ik had geen zin meer om mijn duim op te steken naar de auto’s of trucks die voorbij kwamen, het had toch geen zin. Mijn boek “Into the Wild” helemaal uitgelezen en wachten op de bus. Toch geen echte outback voor mij. Tot…… er om kwart over 3 een auto stopte. Om 4 uur zou de bus gaan. “Wat? Stopt de auto echt? Dan zou die wel wat willen zeggen tegen me. Of nee, hij zal wel maar 100km verder gaan en dan ben ik nog verder van huis.” Ik geloofde het nog niet echt. Totdat de man uitstapte, een 60-jarige man met baard, stel je maar een visserman voor en je komt behoorlijk in de buurt. Hij keek me aan en ik vroeg waar hij naartoe ging. Cloncurry. Wat?! Cloncurry! Dat is ruim 700km verder op, dan ben ik nog maar 100km van Mt Isa! Ja, prima zei hij, “hop on”. Dat is dus liften in de outback!

Pentland, 10 uur wachten.
Hij kon eindeloos praten, was een echte local, had hele mooie verhalen en wijdde me helemaal in. Hij had die route namelijk al duizenden keren gereden als vrachtwagenchauffeur en was opgegroeid in Cloncurry. Hij kon me alles vertellen over de omgeving, de verhalen, de natuur en wat er allemaal op de route was. Een betere lift kon ik me niet voorstellen. En de outback zag er eigenlijk helemaal niet uit als een woestijn, het was er allemaal groen. Dit kwam door de regen van de afgelopen tijd. En de cycloon die de oostkust geraakt had, waardoor er extra regen komt. Het landschap deed me een beetje denken aan Afrika. De bomen, de grootsheid en in ongeveer 700km maar 4 kleine dorpjes gezien. De cycloon had het huis van hem ook hard geraakt, hij had 90.000 dollar schade. Zijn dak was eraf. Hij was er vrij laconiek onder, ze zijn het gewend. Danny is overigens zijn naam, en na 7 uur met elkaar in de auto gezeten te hebben was ik nog niet verveeld. Oke, hij praatte veel, maar dat is ook mooi om de tijd te doden in zo’n lange rit. Hij ging naar zijn vader in Cloncurry die dat weekend jarig was. Ik mocht zelfs wel bij zijn vader thuis slapen als ik wilde. Nou ja, waarom niet? ‘s Avonds aangekomen bij opa die me verhalen vertelde over de oorlog in Nieuw-Guinea. De Tweede Wereldoorlog waarin Australie tegen Japan vocht op de eilanden. Voor mij een vergeten hoofdstuk van deze oorlog. Voor hem niet! Hij was 89 jaar, maar kon alles piekfijn na vertellen. Tevreden van het avontuur, de lift, de verhalen ging ik in een soort bejaardenhuisje slapen.

Quamby Pub, Wild Wild West!
De volgende dag nam Danny me in zijn 4WD (vier wiel aandrijving) mee op een tour door de rauwe outback. Hij wilde me van alles laten zien, van een pub in Quamby (echte Wilde Westen pub), tot een Australische windmolen, tot een onverharde weg die leidde tot een hoop kangaroo’s! Ja, ze springen echt! In de pub nog een groep met locals horen praten over de omgeving, af horen geven op de government en sterke verhalen vertellen over hun boerderijen en werk met een biertje in de hand. En ik werd gedoopt tot “Dutchie”, mijn naam Jelle was te moeilijk voor ze om uit te spreken.

Quamby Pub, Wild Wild West!
Later op die dag heb ik toch maar een bus gepakt naar mt Isa om daar op zondag naar de kerk te kunnen gaan. Het was maar 150km dus niet zo duur. En wat nog mooier was: Danny bood me aan om 2 dagen erna terug te gaan met hem naar zijn woonplaats Ingham. En dat is maar 250km van Cairns! Precies in de goede richting, een rit van wel 1000km maar beter kon ik het me niet indenken. Ik naar mt Isa: de kopermijnstad van de outback en “rodeo capital of Australia”. Volgens Danny gejat van Cloncurry, zij strijken met de eer.
Mt Isa is een bijzondere stad, eigenlijk wel een beetje raar. Ik ging naar de backpackersplek daar en ben eigenlijk geen backpackers tegen gekomen. Alleen maar oude, drinkende mannen. Het schijnt zelfs zo te zijn dat er op 4 mannen maar 1 vrouw aanwezig is daar. In het hostel was dat in ieder geval wel te zien! Ik denk dat ze op zoek waren naar werk. Ik weet het niet. Ook is daar een flinke groep aboriginals aanwezig, maar die zijn niet geliefd onder de “Ozzies”. Eigenlijk vaak gehaat zelfs. Ze zijn dan ook vaak in groepjes te vinden en zwerven door de dorpjes of stad heen. Erg vriendelijk zien ze er niet uit. Hier is het een veel groter probleem dan in Nieuw-Zeeland merkte ik wel. Er is echt een grote kloof tussen de “blackies” en de “Ozzies”. Zoals ze ze hier noemen. Erg triest om te zien.

Een dromedaris.
In Mt Isa zijn de cowboys ruimschoots aanwezig en zo ook in de Baptist Church aldaar. Die was ‘toevallig’ om de hoek van het hostel, dus ik hoefde niet verder te zoeken. Maar het was geen redneck-country-kerk, eigenlijk behoorlijk modern. Het had veel weg van mijn Baptistenkerk, behalve dat er een groot meisjeskoor was in uniform. Wat ze precies deden en wat hun functie was weet ik nog steeds niet, maar het was wel schattig om te zien. Een goede preek gehad over wijsheid. En dat kan ik wel gebruiken op deze reis, zie
het begin van de reisblogs! Een leuke gemeente, waar ik al snel aan de praat kwam met verschillende mensen. Ik zocht ook naar een jongeman Aidan, omdat hij contactpersoon was voor de Cross Country Run die die dag gehouden werd. Een jongeman die ik eigenlijk wel een beetje op mij vond lijken, alleen niet zo knap. Hij was wel sneller, want hij had al een marathon in 2.40 gelopen en een 3000steeple in 9.15. En hij was verder, want hij was al getrouwd. Dus ik heb nog even te gaan, maar leuk om hem te spreken, alleen nog leuker om ook echt mee te doen met die wedstrijd!

Mt Isa, Rodeo Capital of Australia
‘Toevallig’ had hij ongeveer dezelfde schoenmaat, dus schoenen van hem geleend en in de outback mijn seizoen geopend. 7 km door de bush, het leek wel een beetje op Afrika. Want op een gegeven moment waren wat aboriginal-kinderen mij aan het aanmoedigen. Net Afrikaantjes! Ik waande me een “Muzungu” in Kenia. Maar het was ook zwaar. De tijd weet ik niet, maar dat is misschien maar goed ook.
Daarna was het tijd om nog een kort nachtje te maken in het bruizende backpackershostel en de bus naar Cloncurry terug te pakken om Danny weer te zien. En hij was er, gelukkig. De rest van die dag in de auto met hem gezeten, gepraat over Australie, over Holland, over de outback, over zijn boot, enzovoorts. Laat in de avond aangekomen in Ingham vol van alle avonturen, ontmoetingen en verhalen. Een budget hotelkamertje gekregen en gaan slapen. Dat was dus liften in de outback!
Na dit uitstapje ben ik nog een paar dagen naar de tropen gegaan. Dat is vlakbij Cairns, net over de heuvels. Naar een hostel genaamd “On the Wallaby”. Daar organiseren ze allerlei tours om gekke dieren en grote bomen te zien. Zo heb ik daar tree kangaroos, possums, uilen, een ander soort kangaroo, lizzards, gekleurde vogels en grote spinnen gezien tijdens de nachtkanotrip. Erg mooie ervaring, in de nacht de kano pakken en het meer opgaan. Zaklampen mee, schijnen en zoeken in de bomen voor gekke beesten. En die heb je dus genoeg in Australie. God was denk ik af en toe in een gekke bui, want je komt de raarste beesten hier tegen.

Een kangaroo!
In de “Tablelands” (zo wordt het hier genoemd) ben ik rondgereden door Richard, die heeft mij eigenlijk alles in de omgeving laten zien. Dat was een jongeman van 26 jaar die me een lift had gegeven daar naartoe. Hij bleef daar zelf 3 dagen omdat hij in die dagen doktersbezoeken had. Hij wilde het zelf ook graag zien en nam mij (allemaal gratis!) mee op tour door de tropen. Met de jeep door het

Atherton Tablelands!
oerwoud ben je nooit alleen! Watervallen, grote bomen (50m hoog en 20m breed), het is hier allemaal te bezichtigen. Met hem heb ik ook nog een goed gesprek over het geloof gehad en hij stelde me pittige vragen over de Bijbel en de katholieke kerk. Maar hij was op zoek. Aardige gast en door hem kwam ik ook nog eens in een geestelijk avontuur!
Hij heeft mij ook met zijn moeder samen afgezet in Cairns voor het hostel Tropic Days. En zo had ik een rit van 2500km afgerond en ben ik nu weer terug in Cairns van alles aan het regelen voor de komende 2

Platypus Protected.
maanden. Sydney, Blue Mountains, Hawai, Alaska. In 4 weken tijd ga ik van de tropen naar een miljoenenstad, naar een vulkanisch surferparadijs naar het noordpoolgebied. Vervoer, vluchten, accomodatie, kaarten. Van alles aan het bekijken wat ik nu ga doen om me voor te bereiden op Alaska. Want dat is vanaf nu mijn ‘main focus’. Ik ga daar 3 weken zijn en hoop daar het meeste uit te kunnen halen. Into the Wild. Alaska vind ik wel spannend, omdat ik daar wel mijn grenzen wil verleggen. Een paar bergtoppen, alleen buiten slapen met -10, lange dagen en korte nachten, de wildernis in waar ook beren, wolven en caribou rondlopen. Ik ben heel erg benieuwd, maar heb er ook enorm veel zin in!
Maar eerst dit weekend geestelijk voorbereiden door in Sydney naar zoveel mogelijk Hillsong diensten te gaan.
Ik hoop dat jullie genoten hebben van mijn verhalen, ikzelf in ieder geval wel. In de komende 2 maanden zullen er nog wel een aantal bij komen. En nog steeds bedankt voor alle leuke berichtjes! Want de laatste tijd denk ik wel wat vaker terug aan Nederland. Met weemoed.
Gods zegen!
Jelle.

Grooooooote boom!